Econoom: niet doorrekenen programma is ‘teken van zwakte’
Een toenemend aantal politieke partijen laat zijn verkiezingsprogramma dit keer niet doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB). Dat is onverstandig én een teken van zwakte, vindt econoom Sweder van Wijnbergen. „Het is voor de kiezer belangrijk om te weten of de plannen haalbaar zijn.”
Niet alleen de Partij voor de Dieren, PVV en Forum voor Democratie (FVD) laten hun verkiezingsprogramma’s net zoals bij de Kamerverkiezingen in 2021 niet doorrekenen, maar dit keer laten in ieder geval ook de SP, de BoerBurgerBeweging (BBB), DENK en de partij van Wybren van Haga de rekenmeesters links liggen. Voor de SP is dit de eerste keer in ruim twintig jaar.
„Dat is jammer”, zegt Van Wijnbergen, die het bovendien een „zwaktebod” noemt van al die partijen. „Ze hebben blijkbaar te weinig vertrouwen in hun eigen programma. Ze voelen nattigheid.”
De vooraanstaande econoom vindt dat vooraf duidelijk moet zijn of de plannen van de partijen financieel haalbaar zijn. Als later blijkt dat de staatsschuld binnen een paar jaar zal verdubbelen als de plannen worden uitgevoerd, gaan die direct van tafel. „Dat behoort de kiezer vooraf te weten.”
Van Wijnbergen vindt het stempel „haalbaarheid” van het CPB dan ook van toegevoegde waarde. Partijen die hun programma niet laten doorrekenen, hebben wat te verbergen, zegt hij verder. Dat kan tot wantrouwen onder kiezers leiden.
Onder meer SP-partijleider Lilian Marijnissen zegt dat de plannen van de partij voor bijvoorbeeld de zorg niet in het CPB-model passen. De socialisten willen de marktwerking uit de zorg halen. „Als ik de SP was zou ik deze plannen juist wel laten doorrekenen”, zegt Van Wijnbergen. „Ook radicale plannen moeten worden doorgerekend.” Het CPB kan dat volgens hem ook.
Dat geldt ook voor voorstellen van BBB, vindt de econoom. Stel dat de partij fors wil investeren in de agrarische sector, maar dat Nederland zich daardoor binnen vier jaar in een financiële crisis stort. Dit is onmisbare kennis voor de kiezer, benadrukt Van Wijnbergen.
Hij erkent dat partijen ook misbruik maken van de doorrekening, door tijdens de verkiezingscampagne te schermen met bijvoorbeeld 10.000 extra banen of een bepaald percentage economische groei. Het gaat volgens hem vaak om relatief kleine verschillen, waarbij ook nog eens met foutmarges rekening moet worden gehouden. De verschillen tussen de partijen zijn niet significant verschillend, wil hij maar zeggen.