Meditatie: Hemels perspectief
Kolossenzen 3:2,3
„Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn; want gij zijt gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.”
Wat doen die duizenden hemelingen? God dienen, lieven, danken, loven, verheerlijken. Uw wandel is in de hemel als u zo vertoeft met die werkzaamheden van uw gedachten in de hemel. Dan zoekt u de dingen die boven zijn (Kolossenzen 3:2). Dan gaat u hier al in de hemel, als u krijgt te genieten de voorsmaakjes en beginsels van de hemel, als u God tot uw Deel krijgt. Dan gaat u in de hemel, als u gevoelt in uw hart de nabijheid van God, en die blijdschap en troost, die daaruit vloeien. Dan gaan Gods kinderen ook in de hemel, als hun lichaam sterft. Dan gaat de ziel der vromen naar boven, zoals Lazarus van de engelen gedragen werd in de hemel (Lukas 16:22). In de dag der opstanding zullen zij ontwaken ten eeuwigen leven (Daniël 12). Dan zullen zij de Heere tegemoet gaan in de wolken in de lucht. Alzo zullen zij altijd met de Heere zijn (1 Thessalonicenzen 4:17). Maar met die ergerende leden zult u niet binnenkomen. De plaats en het gezelschap is daar heilig, God is heilig, de ordonnanties van God zijn heilig, God is een vijand van de verdorvenheid. Voor de poorten van de hemel zullen Gods kinderen al hun verdorvenheid moeten neerzetten. Vlees en bloed zal daar niet in komen, zij zouden het daar niet kunnen houden. De gevallen engelen werden uit de hemel geworpen.
Bernardus Smytegelt, predikant te Middelburg
(Een Woord op zijn tijd, 1744”)