Filipijnen beschuldigen China van belagen bevoorradingsschip
De Filipijnen beschuldigen China van het belagen van een militair bevoorradingsschip in de betwiste Zuid-Chinese Zee. Het vaartuig zou door de Chinese kustwacht zijn bespoten met een waterkanon. De Filipijnse autoriteiten noemen dat illegaal en gevaarlijk en krijgen bijval van de Verenigde Staten.
Het incident zou zaterdag hebben plaatsgevonden. De Filipijnen probeerden toen om militairen te bevoorraden die zijn gelegerd bij de Spratly-eilanden. De Filipijnen lieten daar in 1999 een oorlogsschip uit de Tweede Wereldoorlog aan de grond lopen en gebruiken dat vaartuig als militaire buitenpost.
Het zou de eerste keer sinds 2021 zijn geweest dat de Chinese kustwacht een waterkanon gebruikte tegen zo’n bevoorradingsmissie. China claimt zeggenschap over bijna de volledige Zuid-Chinese Zee, tot ergernis van andere landen. Die wateren zijn van groot belang voor de wereldeconomie. Er worden jaarlijks voor biljoenen dollars aan handelswaar over vervoerd.
De Chinese kustwacht liet weten zelf zeggenschap te hebben over het gebied. De Filipijnen kregen het verwijt de wateren binnen te dringen en er illegaal bouwmaterialen te vervoeren. De Verenigde Staten schaarden zich achter de Filipijnen en noemden het optreden van China een gevaar voor de vrede en stabiliteit in de regio.
De Amerikanen hebben hun banden met de Filipijnen aangehaald sinds daar vorig jaar een nieuwe president aantrad. De relatie was juist bekoeld onder de vorige leider, Rodrigo Duterte. De VS kregen dit jaar toestemming om meerdere nieuwe legerbases in gebruik nemen op Filipijns grondgebied. Washington heeft ook al militairen gelegerd in Aziatische landen als Zuid-Korea en Japan.