Gedeputeerde: veel geld voor Zwinstreek bij status landschapspark
De Zwinstreek is in de race voor erkenning als landschapspark door de Vlaamse regering. Na de zomer wordt bekend of de regio, die deels in België en deels in Zeeuws-Vlaanderen ligt, die status krijgt en daarmee twintig jaar lang een jaarlijkse financiering van ruim 6 ton door de Vlaamse overheid tegemoet kan zien.
Van de regio’s die zich kandidaat stelden zijn er na selectie, waarbij onder meer naar de masterplannen van de regio’s is gekeken, nog zes in de race. Naast de Zwinstreek zijn dat onder meer de Vlaamse Ardennen en Rivierpark Maasvallei. Drie kandidaten kunnen het label landschapspark krijgen.
„Erkenning van het label landschapspark voor de Zwinstreek zou heel mooi zijn, want er is een behoorlijk geldbedrag mee gemoeid. Daarmee kan je een hoop doen voor de regio en de mensen”, zegt de Zeeuwse gedeputeerde Arno Vael (natuurpakket Westerschelde). „Zo kan dan onder meer worden geïnvesteerd in een zoetwaterreservoir. Dat is belangrijk, want aan beide kanten van de grens is er verzilting.”
Het zoetwaterreservoir is een van de concrete projecten die zijn opgenomen in het masterplan dat is opgesteld om de kandidatuur van de Zwinstreek voor het label van landschapspark kracht bij te zetten. Ook zijn in het plan voorstellen opgenomen om innovaties in de landbouw te steunen en geld beschikbaar te stellen voor de promotie van streekgewassen. „In de vruchtbare kleipolders van de Zwinstreek worden onder meer aardappelen, vlas, gerst en tarwe verbouwd. Ook is er wat veeteelt met Belgische blauwrunderen”, zegt Vael.
Ook het bij toeristen en natuurliefhebbers populaire natuurgebied het Zwin bij Knokke, een strandvlakte achter de duinen die in open verbinding staat met de zee, zou door de extra financiering nog beter gepromoot kunnen worden.
Als de Zwinstreek de status van landschapspark krijgt, wil de provincie Zeeland zelf de komende zes jaar een jaarlijkse bijdrage van 16.500 euro geven voor de verdere ontwikkeling van de het gebied. Vael: „Dat geld is bestemd voor een parkbureau waarin alle betrokken partijen gezamenlijk kunnen werken aan de versterking van landschap, landbouw, natuur, toerisme, erfgoed en leefbaarheid.”