Bomentekort zit klimaatplannen in de weg, zeggen onderzoekers
Het aanplanten van bomen speelt wereldwijd een belangrijke rol in klimaatplannen, maar Amerikaanse onderzoekers waarschuwen dat in elk geval in de Verenigde Staten veel te weinig bomen worden gekweekt om aan de enorme vraag te voldoen. De wetenschappers van de Universiteit van Vermont spreken van een „verontrustend knelpunt”.
Bomen kunnen zoals bekend zowel bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie) als aan het verzachten van de gevolgen (adaptatie). Ze nemen CO2 op, maken de lucht schoner en bieden schaduw en verkoeling in opwarmende steden. Alleen al de Amerikaanse overheid wil de komende negen jaar een miljard nieuwe bomen laten aanplanten. Het geld daarvoor is wettelijk al geregeld, het probleem is alleen dat boomkwekerijen voorlopig bij lange na niet voldoende zaailingen kunnen aanleveren.
Ook de diversiteit aan jonge boompjes laat zeer te wensen over, schrijven de onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Bioscience. Het ontbreekt aan bomen die het goed zullen doen onder de warmere omstandigheden die in de toekomst te verwachten zijn. Een ecologisch belangrijke soort als de rode spar, waarvan miljoenen exemplaren aangeplant zouden moeten worden om bossen goed te herstellen, kwamen de onderzoekers bij slechts twee bedrijven tegen. Die boden er vorig jaar een kleine achthonderd aan.
In totaal brachten de onderzoekers 605 kwekerijen in kaart in twintig Amerikaanse staten. De grote meerderheid daarvan is te klein om een rol van betekenis te spelen in het herbebossen van grote gebieden. Bedrijven die wel op grote schaal kweken, focussen nu vooral op boomsoorten die veel houtproductie opleveren, zoals de weymouthden. Biodiversiteit en aanpassing aan een opwarmend klimaat spelen nog een te kleine rol, zeggen de onderzoekers. Ze pleiten voor overheidsinvesteringen om de capaciteit én diversiteit van boomkwekerijen op te krikken.