Het recept heeft in de verte wel wat weg van cassoulet, een Frans gerecht waarbij de gedroogde en geweekte bonen urenlang in de oven zachtjes gaar staan te pruttelen. En waar grote hoeveelheden (sudder)vlees in gaan. Eend, bijvoorbeeld: voor Nederlanders bepaald geen alledaagse kost.

Deze uitgeklede versie van cassoulet is betrekkelijk snel klaar. Er gaan alleen ingrediënten in die in elke supermarkt, ook in het buitenland, wel verkrijgbaar zijn. En anders is er wel een alternatieve boon of een lokale worst te vinden. De wortel en de bleekselderij geven het gerecht iets fris, de kruiden en de verse tomaat passen goed bij de zomer.

Het ongemakkelijke van zo’n weinig bewerkelijk gerecht vind ik de hoeveelheid afval. In het dagelijkse leven is het voor mij een sport om bij het boodschappen doen zo min mogelijk verpakkingsmateriaal mee naar huis te nemen. Maar in de vakantie komt daar vaak weinig van terecht. Ook na bereiding van deze bonenstoof blijft er een berg verpakkingen over om u tegen te zeggen. Gemak heeft zijn prijs.

Tip: Tuinkruiden geven deze stoofschotel een zomers en zuidelijk tintje. Op een vakantieadres zal niet iedereen daarover gemakkelijk kunnen beschikken, vandaar de tomatenblokjes met oregano en basilicum. Alternatief: gebruik gewone tomatenblokjes en voeg 2 theelepels tijm toe.

Dit is deel 4 in een serie over koken op je vakantieadres.