De 30–jarige Udense raakte zondag 9 januari zwaargewond aan haar hoofd, toen de steen door de voorruit van haar auto sloeg. Ze overleed later in het ziekenhuis. Aanvankelijk leek de politie weinig aanknopingspunten te hebben in het onderzoek naar de zaak. Ruim een week later hield de politie vier meerderjarige Rijswijkers aan, nadat ze een tip van een getuige had gekregen.

Volgens Westendorp hebben twee van de vier verdachten een steen naar beneden laten vallen. „Dat ging vrijwel gelijktijdig. Ze weten zelf niet meer wie nu de fatale steen heeft gegooid", vertelde hij. Uit verklaringen van het viertal is gebleken dat ze eerder op de avond ook een zak puin vanaf een verderopgelegen viaduct hebben gegooid. Die viel op een vrachtwagen, de chauffeur kwam met de schrik vrij.

De Rijswijkers hebben tegen de politie gezegd dat het nooit hun bedoeling is geweest iemand iets aan te doen. Zij wilden volgens de raadsman wel mensen laten schrikken. „Mijn cliënt slaapt er echt niet meer van. Hij heeft zich ervan proberen te vergewissen dat zijn steen geen auto zou raken", zei Westendorp.

Het Openbaar Ministerie (OM) legt de verdachten voorlopig moord en poging tot doodslag ten laste. De poging doodslag geldt voor het gooien van de zak puin, het incident waarbij de Udense om het leven kwam is volgens justitie moord.

De mannen zaten sinds hun aanhouding in zogeheten beperkingen, wat betekende dat ze, behalve met hun advocaat, geen contact met de buitenwereld mochten hebben. Die beperkingen zijn inmiddels opgeheven. Komende woensdag moeten zij voorkomen voor de raadkamer van de rechtbank in Den Haag. Die beslist onder meer of justitie de vier langer in de cel mag laten zitten.