Voorlopig geen laagwater meer in grote rivieren
De periode van laagwater op de grote rivieren en de Maas is voorlopig voorbij. Er wordt een flinke hoeveelheid neerslag verwacht in Nederland en in de stroomgebieden van Rijn en Maas. Op de Rijn passeert eind deze week een kleine afvoergolf. Daarna daalt de waterstand weer, maar van laagwater is de komende twee weken geen sprake, aldus de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW) in de wekelijkse droogtemonitor. Het drinkwaterverbruik is gedaald doordat het koeler is en doordat veel mensen op vakantie zijn.
Het neerslagtekort in Nederland staat nog steeds flink boven het gemiddelde, maar het tekort is op dit moment ruim onder dat van de 5 procent droogste jaren. De grondwaterstand is nog steeds laag tot gemiddeld. De hoeveelheid neerslag die tot nu toe is gevallen was niet voldoende om de grondwaterstand te herstellen. Vennen, meertjes en beken in gebieden die helemaal afhankelijk zijn van regen staan droog. Er zijn veel sproeiverboden.
Rijkswaterstaat heeft het extra verhoogde peil van het IJsselmeer en het Markermeer iets laten zakken. In de meren was in het voorjaar een extra zoetwatervoorraad aangelegd, vooruitlopend op mogelijk opnieuw een hete en droge zomer. Een reeks waterschappen heeft water uit het IJsselmeer nodig om hun watergangen op peil te houden. Maar nu het heeft geregend en er nog meer regen wordt voorzien kan het wat minder, aldus de dienst. Door de lagere temperaturen verdampt er ook minder water, terwijl de watervraag vanuit de landbouw langzamerhand afneemt in deze tijd van het jaar.
Verzilting blijft een probleem in het westen van het land en in het Noordzeekanaal. De kier in de Haringvlietsluizen is gesloten en in IJmuiden wordt zo spaarzaam mogelijk geschut om zeewater tegen te houden. Ook in de Afsluitdijk geldt een zoutvriendelijk schutregime om verzilting van het IJsselmeer tegen te gaan. West-Nederland krijgt extra zoetwater vanuit het midden van het land. De scheepvaart loopt op sommige plekken vertraging op omdat de sluizen minder vaak worden geopend.