De Safer is een 362 meter lang en 70 meter breed schip dat in 1976 werd gebouwd. Het werd de laatste jaren gebruikt als opslag. Vanwege de onrust in Jemen is het schip al sinds 2015 niet meer onderhouden, waardoor de situatie steeds gevaarlijker wordt. Daarom heeft de VN een operatie opgezet om de olie over te pompen naar een ander schip, dat hier speciaal voor is gekocht. Het gaat naar schatting om 1,14 miljoen vaten olie, of 181 miljoen liter.

Volgens VN-secretaris-generaal António Guterres is het overpompen van de olie „de kritieke volgende stap om een milieu- en humanitaire ramp op kolossale schaal te voorkomen”. Achim Steiner van het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) zegt blij te zijn dat deze stap nu gezet kan worden. „Met iedere gallon (3,8 liter, red.) olie die nu uit de Safer wordt gepompt, vermindert de dreiging van een mogelijk lek die de mensen in Jemen en eigenlijk alle landen en economieën die afhankelijk zijn van de Rode Zee boven het hoofd hing.”

Als de Safer inderdaad uit elkaar zou vallen, zou volgens de VN het vier na grootste olielek uit de geschiedenis kunnen ontstaan. De VN schatte dat het 20 miljard dollar (18 miljard euro) en 25 jaar zou kosten om dat op te ruimen, nog los van de enorme problemen die het zou opleveren voor het voedsel, de veiligheid en de voorzieningen voor het toch al noodlijdende Jemen. De lopende operatie kost omgerekend zo’n 130 miljoen euro. Dat bedrag is nog niet helemaal binnen. Nederland heeft 15 miljoen euro toegezegd.