Huizenprijzen gaan weer wat omhoog na maanden van prijsdaling
De woningprijzen zijn in juni weer wat gestegen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde maandag dat koophuizen in juni 0,2 procent meer kostten dan in mei. De voorgaande vier maanden gingen de prijzen nog telkens omlaag.
Woningen zijn sinds de piek van halverwege vorig jaar snel goedkoper geworden. De prijzen liggen nu, ondanks de lichte opleving, 5,5 procent lager dan een jaar eerder. Door snel gestegen hypotheekrentes kunnen huizenkopers nu minder lenen, wat de prijzen drukt. Een voorlopig dieptepunt lijkt nu bereikt.
In juni wisselden woningen ook weer vaker van eigenaar, komt naar voren uit cijfers van het Kadaster. Het aantal verkochte woonruimtes kwam 6 procent hoger uit dan een jaar eerder. Dat is de eerste stijging van dit jaar. Over de hele eerste helft van 2023 gaat een daling van 7 procent op jaarbasis de boeken in.
De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) meldde eerder deze maand al dat de huizenmarkt lijkt op te veren. Volgens cijfers van makelaars kostte een koopwoning het afgelopen kwartaal in doorsnee 410.000 euro, 2,8 procent meer dan in de eerste drie maanden van 2023. Dat was nog wel bijna 9 procent minder dan een jaar eerder.
De cijfers van de NVM zijn onvollediger maar gebaseerd op het moment dat het koopcontract wordt getekend. Dat is eerder, waardoor trends daar vaak ook eerder worden gesignaleerd. Het CBS verwerkt huizenverkopen pas later, wanneer notarissen ze laten inschrijven bij het Kadaster.
De Nederlandse bewindvoerder Paul Hilbers van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) waarschuwde in april al voor een al te sombere blik op de huizenmarkt. Op dat moment daalden de prijzen nog hard. Hilbers benadrukte dat er nog steeds sprake is van een woningtekort in Nederland en dat de daling daarom op den duur weer ten einde zou gaan komen. Dat laatste betekent dat er relatief weinig huizen te koop staan en dat kan de huizenprijzen juist stuwen.