Aandacht voor kwartaalresultaten ASML op Damrak
Op de Amsterdamse beurs gaat de aandacht woensdag onder meer uit naar ASML. De chipmachinefabrikant heeft de orders in het tweede kwartaal zien toenemen en verhoogde zijn verwachtingen voor het hele jaar. Topman Peter Wennink denkt nu de omzet in heel 2023 met 30 procent te kunnen opvoeren. Wennink merkte wel op dat klanten van ASML in verschillende marktsegmenten voorzichtiger zijn vanwege aanhoudende macro-economische onzekerheden en daarom een later herstel van hun markten verwachten.
ASML staat in het middelpunt van de handelsstrijd tussen de Verenigde Staten en China. Zo mag het bedrijf bepaalde machines niet leveren aan China om te voorkomen dat het land zelf geavanceerde chips kan maken die voor militaire doeleinden kunnen worden gebruikt. Wennink denkt echter niet dat de extra beperkende exportmaatregelen vanuit de VS een grote impact zullen hebben op de vooruitzichten voor dit jaar en op de verwachtingen op lange termijn.
Naast ASML staat ook Philips in de belangstelling. Een groep van ongeveer honderd medewerkers van het zorgtechnologiebedrijf maakt de overstap naar ASML. Omdat deze werknemers al in opdracht van ASML werkten aan zeer precieze meetinstrumenten, neemt het bedrijf hen nu zelf in dienst. De overstap maakt deel uit van een grotere reorganisatie die Philips eerder dit jaar aankondigde.
Beleggers kijken verder uit naar de definitieve inflatiecijfers van de eurozone, die later op de dag naar buiten komen. In een eerste raming meldde het statistiekbureau Eurostat al dat de inflatie in het eurogebied in juni is afgenomen tot 5,5 procent, van 6,1 procent in mei. Daarnaast zijn beleggers vooral benieuwd hoe de Amerikaanse autofabrikant Tesla en streamingdienst Netflix afgelopen kwartaal hebben gepresteerd. Die twee bedrijven komen na de slotbel op Wall Street met cijfers.
De AEX-index op het Damrak lijkt hoger te gaan beginnen en ook de andere Europese beurzen lijken met winsten te openen. De Aziatische markten lieten een gemengd beeld zien. De Nikkei in Tokio zette de opmars voort en klom 1,2 procent. De Chinese beurzen gingen daarentegen omlaag door de aanhoudende zorgen over het zwakke herstel in China en het uitblijven van steunmaatregelen van de overheid. De Hang Seng-index in Hongkong zakte tussentijds 0,8 procent.
De euro was 1,1222 waard, tegen 1,1230 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,3 procent minder op 75,35 dollar. Brentolie werd 0,1 procent goedkoper op 79,54 dollar per vat.