De officier van justitie denkt dat B. liegt en heel goed wist waar hij mee bezig was en ervoor koos om ermee door te gaan. „De uitvoering duurde minutenlang en hij heeft meermaals de tijd gehad om zich te beraden.” Daarom zou er sprake zijn van moord.

Het stel was 24 jaar samen. In de laatste jaren van het huwelijk haalde de vrouw het bloed onder zijn nagels vandaan, zei B. Zo belde hij in februari 2020 zelf de politie op om te zeggen dat hij zijn vrouw zou vermoorden. Zij werd aangetroffen met blauwe plekken en de tanden waren uit haar mond geslagen. De man werd destijds veroordeeld voor bedreiging en mishandeling.

Dat hij haar ruim een jaar later wurgde, stond in de rechtbank niet per se ter discussie. Het ging vooral om de omstandigheden waaronder dat gebeurd is.

De Bredanaar was die avond onder invloed van alcohol en werd „getriggerd” door opmerkingen van zijn vrouw, die ook gedronken had. Zo zou ze hebben gevraagd hoe zijn date was. „Dat er weer wantrouwen omhoog kwam, raakte me diep. Toen stond ik op van de bank.” Vanaf dat moment werd het zwart, volgens B.

Een buurvrouw hoorde de vrouw om hulp roepen vanaf het balkon. Zij zag dat ze een bebloed gezicht had. De politie kwam ter plaatse en moest de vrouw reanimeren. Intussen verklaarde B. dat hij haar keel had dichtgeknepen en dat ze dood moest. Anders zou hij dat later alsnog doen, dreigde hij.

De man beweerde nu zich dat niet meer te herinneren. De advocaat van de verdachte sprak van een „hevige drift” bij de verdachte door de combinatie van spanning, alcohol en pillen. Hierdoor kon hij niet goed nadenken zou er geen sprake zijn van moord, maar van doodslag.

Deskundigen zeiden dat de man minder toerekeningsvatbaar is vanwege zijn persoonlijkheidsstoornis en narcistische en borderline kenmerken. Dat nam de officier mee in zijn eis.

De uitspraak is op 26 juli.