Maandag liep de vorige overeenkomst af, waarbij was afgesproken om een grensovergang open te houden tussen Turkije en het noordwesten van Syrië dat wordt gecontroleerd door de rebellen. De grensovergang bij Bab al-Hawa is al jaren de enige route voor hulpverleners naar die oppositiegebieden. Miljoenen mensen zijn daar afhankelijk van noodhulp door de slepende Syrische burgeroorlog en de gevolgen van de verwoestende aardbevingen in februari.

Veel leden van de Veiligheidsraad, zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk wilden de operatie bij Bab al-Hawa met een jaar verlengen. Rusland wilde niet verder gaan dan een half jaar. Als compromis kwamen Zwitserland en Brazilië met het voorstel de grensovergang nog negen maanden open te houden. Rusland stemde als enige tegen, China onthield zich van de stemming.

Bij Moskou’s tegenvoorstel voor een verlenging van zes maanden stemden alleen Rusland en China voor. De VS, het VK en Frankrijk stemden tegen en de rest onthield zich van stemming. De Russische vertegenwoordiger suggereerde dat de VN de hele grensovergang wel kunnen opdoeken nu het Russische plan niet is aangenomen. De Amerikaanse vertegenwoordiger spreekt van een daad van „ultieme wreedheid” na het veto uit Rusland. „De Syrische bevolking rekent op ons en we moeten er allemaal bij Rusland op aandringen om terug aan tafel te komen.”

De Veiligheidsraad moet stemmen over het openhouden van de grensovergang omdat de regering in Damascus geen toestemming heeft gegeven voor het leveren van noodhulp. Rusland is al jaren een bondgenoot van het regime van Bashar al-Assad en vindt net als de dictator dat de noodhulp de Syrische soevereiniteit schendt. Er zou wel hulp moeten worden geleverd aan de gebieden die in handen zijn van de rebellen, maar die zou dan vanuit regeringsgebieden moeten komen.