Binnenland

„Ik haat jullie, ik haat jullie”

Radicaliseerde Mohammed B. pas de laatste jaren, zoals in de media is geschetst? Dat is maar zeer de vraag, betoogde officier van justitie mr. F. van Straelen woensdag bij de rechtbank in Amsterdam. Er zijn aanwijzingen dat het „verzet tegen de westerse maatschappij” bij B. veel eerder begon.

J. Visscher
27 January 2005 11:20Gewijzigd op 14 November 2020 02:09

De aanklager zette woensdag kritische kanttekeningen bij verhalen dat B. tot in 2003 een en al hulpvaardigheid was. Bijvoorbeeld als vrijwilliger bij de stichting Eigenwijks, waar hij Marokkaanse straatschoffies op het rechte pad probeerde te helpen.

Op grond van politiegegevens rijst het vermoeden dat Mohammed B. eerder is ontspoord. Van 1997 tot september 2004 kwam hij vijf keer in aanraking met de politie. Kenmerkend is zijn aversie tegen gezagsdragers. Drie keer heeft hij zich „ernstig verzet” tegen agenten. Daarbij heeft Mohammed B. de dienders beledigd, geschopt en geslagen. Een incident in juli 2001 spande de kroon. Mohammed B. stak in op een politieman. Toen hij werd gesommeerd het mes te laten vallen, gooide hij het steekwapen in de richting van de agent.

In mei 2004 kreeg Mohammed B. het aan de stok met een medewerker van de sociale dienst in Amsterdam. Hij riep de ambtenaar toe: „Ik maak je dood” en „Ik ruk je hart eruit.” In september vorig jaar weigerde B. tijdens een politieverhoor een hand te geven. Hij spuugde op de grond en toen hem werd gevraagd waarom hij geen hand wilde geven, antwoordde hij: „Ik haat jullie, ik haat jullie.”

Na de moord op Van Gogh heeft Mohammed B. vrijwel niets gezegd. Alleen na zijn arrestatie, in de politiewagen op weg naar het ziekenhuis, meldde hij dat het de bedoeling was dat hij zou worden doodgeschoten. Diezelfde dag heeft hij nog verklaard: „Ik had één vuurwapen bij me en een mes. Het mes heb ik op de eerste plaats (de moordplek, JV) achtergelaten. Het vuurwapen heb ik achtergelaten op de plaats waar ik ben neergeschoten.” Sindsdien doet B. er het zwijgen toe. Hij weigert een psychiater een hand te geven.

Mohammed heeft B. de aanslag ogenschijnlijk uiterst koelbloedig en kalm uitgevoerd. Ook deed hij „geen enkele moeite” om weg te komen, betoogde Van Straelen.

Redelijk gedetailleerd schetste de aanklager woensdag hoe Mohammed B. na de moordaanslag agenten in politiewagens beschoot. B. liep op de auto toe en schoot op de inzittenden. Een van de kogels ketste af op het veiligheidsvest van een agent. Een andere kogel trof de hoofdsteun van de stoel waarop een agent zat. Nadat de politiewagen wegschoot en tegen een gevel botste, liep B. erachteraan. Op dat moment arriveerde een politiebus. B. nam ook die bus onder vuur. De moordenaar van Van Gogh vuurde nog eens vier kogels af op een derde politiebus, met hondenbegeleiders.

Mohammed B. moet voor zijn gruweldaad „goed hebben geoefend”, stelde de officier van justitie vast. „Het herladen van een wapen is onder normale omstandigheden voor een ongeoefend iemand al geen sinecure, laat staan onder deze omstandigheden.”

B. heeft in totaal zo’n dertig kogels afgevuurd. Er zijn ook nog eens twee kogels gevonden in een washandje bij B.’s tas gevonden. Die tas lag in de buurt van het lichaam van Van Gogh.

In de woning van Mohammed B. zijn stapels extremistische literatuur gevonden. Zo lag er een lang gedicht met de kop ”Oproep tot de Jihad en diens belangrijke regels”. Daarin wordt onder meer de vraag gesteld of zelfmoordaanslagen of aanslagen door middel van explosieven zijn toegestaan. „Uiteraard worden die vragen met ja beantwoord”, aldus de aanklager.

Er zijn sterke aanwijzingen dat leden van de Hofstadgroep, bestaand uit extremistische moslims, betrokken waren bij de moord op Theo van Gogh. Er is in totaal 20 uur aan gesprekken afgeluisterd die gevoerd zijn in de woning van Jason W. en Ismael A. Dat zijn de twee mannen die na een grootscheepse belegering in het Haagse Laakkwartier werden opgepakt. Veelzeggend is dat een van hen zegt: „Hahaha. Wij, wij zijn het groepje van Mohammed B. met Theo van Gogh.”

Daags na de moord op Van Gogh wordt er een soort verklaring afgelezen in het huis in Den Haag. Die luidt: „Wij hebben, conform de authentieke islamitische wijze een lam afgeslacht. Dit zal voortaan de straf zijn aan ieder in dit land die Allah en zijn gezant uitscheldt en uitdaagt. O, jij Ayaan Hirsi, morgen als Allah het wil ben jij aan de beurt. Allah is de allergrootste. De islam zal zegevieren.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer