Nazaten van een vergeten reformatie
Wat voor westerse christenen 31 oktober 1517 is, de Reformatie, is voor Armeense christenen 1 juli 1846. In de Armeens-Apostolische Kerk, met haar ruim zeventien eeuwen oude papieren, ontstond in die tijd een piëtistische stroming. Deze wilde de leer van de kerk ontdoen van allerlei dwalingen en het Evangelie onder het stof van de traditie vandaan halen. Uit die worsteling kwamen de Armeens-Evangelische Kerken voort. In ons land wonen hun leden verspreid en vinden ze onderdak in enkele protestantse kerken.
De Armeens-Apostolische Kerk kent een uitermate boeiende historie. Al snel na het jaar 250 na Christus was er in Armenië sprake van christendom. Zelfs werd dit land, in 301, het eerste land waar het christendom staatsgodsdienst werd. Enige tijd voor het concilie van Chalcedon (451) raakte Armenië politiek geïsoleerd. Hierdoor kon de kerk niet aan deze kerkelijke vergadering deelnemen. Op het concilie werd de op de roverssynode van 449 doorgedrukte leer van het monofysitisme herroepen en zowel de godheid als de mensheid van Christus beleden. Dat de Armeens-Apostolische Kerk niet aan dit concilie meedeed, en vasthield aan 449, had tot gevolg dat zij tot op vandaag ontkent dat Christus ook waarachtig mens is geweest.
De kerk heeft in Nederland altijd een gastvrij onthaal gehad. Al tijdens de Gouden Eeuw hadden de Armeniërs in Amsterdam een priester en in 1714 namen ze een eigen kerkgebouw in gebruik. Tot op vandaag worden daar diensten in gehouden.
Met verve schildert de Franse Armeense predikant ds. Gilbert Leonian de geschiedenis van zijn kerk. Ds. Leonian: „Bij jullie in Amsterdam werd rond 1668 onze Bijbel gedrukt. Armeense kooplieden bezochten in die tijd de diensten.”
Op dit moment wonen er in Nederland een krappe 40.000 Armeniërs. Officieel zijn het er echter maar 15.000, meldt de Nederlandse coördinator van de Armeense christenen in ons land, G. Babayan uit Zetten.
De historie van Armenië, dat in Turkije lag, is er een van bloed en tranen. Lijden en vervolging is altijd het deel van de Armenen geweest. Sinds het begin van de Eerste Wereldoorlog zijn zeker 1,5 miljoen Armenen in koelen bloede afgemaakt. Vele honderdduizenden sloegen toen op de vlucht.
Rond 1800 ontstond er in het Midden-Oosten, mede onder invloed van zending door westerse organisaties, een piëtistische beweging. Er had een reveil plaats, ook in die zin dat er meer aandacht voor armenzorg kwam. Armeniërs die daardoor werden aangesproken én zich gingen verdiepen in Gods Woord, stonden terugkeer naar het Woord in hun eigen kerk voor. Er kwam een min of meer gedoogde en een poosje zelfs volledig geaccepteerde bijbelschool. Het was een school waar niet het monofysitisme werd geleerd, maar waar de Bijbel onder het stof vandaan kwam.
In 1844 echter legde een nieuwe bisschop zijn gewicht in de schaal om de piëtistische stroming te blokkeren, de bijbelschool te sluiten en de zending te stoppen. Hij vaardigde verschillende kerkelijke decreten uit. Kerkleden werden moreel verplicht niets meer te kopen bij piëtistische leden.
De nood werd steeds hoger. In 1846 kregen alle „gereformeerden” een excommunicatiebrief. Jaren leefden zij tussen hoop en vrees. Tot op zondag 1 juli 1856 37 mannen en drie vrouwen voor het eerst een eigen dienst belegden. In de periode die daarop volgde, gingen zij zich bewust aanduiden met de naam ”Evangelische Kerken”, daarmee aangevend dat ze het Evangelie weer wilden laten klinken. Heel duidelijk namen ze ook afstand van het monofysitisme.
De kerk kwam tot zekere bloei. Het werk van het reveil werd verder uitgebouwd. Christelijk onderwijs kwam van de grond en weeshuizen boden liefdevolle opvang. In de tijd daarna verslechterde de situatie. Vervolging van de Armeniërs nam steeds meer toe. Tot in 1915 de rampspoed zich over het Armeense volk uitstortte. Tweederde deel werd afgeslacht.
Twee zaken wil ds. Leonian in dit verband graag gezegd hebben: „In de eerste plaats werden wij al voor, en niet na die volkerenmoord een zelfstandige kerk.” Het tweede is dat ook leden van zijn kerk en niet alleen leden van de Apostolische Kerk werden vermoord. „Turken vroegen niet naar onze geloofsovertuiging.”
Van de stroom vluchtelingen kwam een groot deel via Libanon in Frankrijk terecht. Dat land voerde het mandaat over Syrië en Libanon. Ook de ouders van ds. Leonian zetten in Marseille voet aan wal. Ze hadden niets bij zich dan een klein koffertje met spullen.
De Armenen vonden vooral onderdak bij Franse protestanten. De in de Franse Elzas wonende Duitse lutheraan Paul Béron trok zich hun lot aan. In 1922 ging de Action Chrétienne en Orient, die in Straatsburg zetelde, zich voor hen inzetten. Rond 1996 namen de in Frankrijk wonende Armeniërs het werk zelf over.
De Franse Armeens-Evangelische Kerk ontwikkelde zich. Momenteel telt ze zeven predikanten, een evangelist en een jeugdwerkleidster. Haar kader wordt gevormd op de theologische opleiding van Vaux-sur-Seine, bij Parijs. Ds. Leonian is vice-president van het bestuur.
In Frankrijk wonen rond de 450.000 Armeniërs. Van hen is 1 procent Armeens-evangelisch, 90 procent apostolisch-Armeens en ongeveer 7 procent staat als rooms-katholiek ingeschreven.
Jaarlijks gaat ds. Leonian naar zijn volksgenoten in Turkije of Rusland. „In onze harten heeft verzoening plaatsgehad over wat de Turken ons aandeden. Met christen-Turken hebben we contact. Vroeger hielden we niet van Turken. Maar na de grote aardbeving hebben wij als Armeniërs geld gegeven voor de wederopbouw en bidden we voor hen. Onlangs heeft in mijn kerk ook een christen-Turk gesproken. Dat was heel emotioneel. Hij vroeg ons vergeving. Daarmee erkende hij in ieder geval wat ons is aangedaan. De Turkse regering weigert dat te doen.
In Nederland behoren slechts kleine groepen Armeniërs tot de Armeens-Evangelische Kerk. Ze vinden elkaar in bestaande kerken van gereformeerde signatuur, zoals gereformeerde kerken (vrijgemaakt), christelijke gereformeerde kerken en in een gereformeerde gemeente. Maar men kan ze ook vinden in de Vergadering van Gelovigen. Af en toen beleggen ze een bijeenkomst voor landgenoten, zodat ze in de eigen taal kunnen communiceren. Zo kwamen zij afgelopen tweede paasdag bij elkaar in gebouw De Bron in Eindhoven. Samen luisterden ze daar naar een preek van ds. Leonian en praatten ze bij onder het genot van een kop koffie en Armeens gebak.
Zullen de leden van de Armeens-Evangelische Kerken ook hier een zelfstandige kerk gaan stichten? Coördinator G. Babayan: „Welnee. We zoeken aansluiting bij gevestigde gereformeerde kerken waarmee we ons verwant weten. Zelfstandig worden doen we pas als we duidelijk weten dat de Heere dit van ons vraagt”.