Netelenbos boos op infrastructuurcommissie
Oud-minister van Verkeer en Waterstaat Netelenbos verwijt de tijdelijke commissie infrastructuurprojecten (TCI) dat die de integriteit van haar en haar ambtenaren in de rapportage over de hogesnelheidslijn (hsl-zuid) in „diskrediet” heeft gebracht.
Dat staat in een brief die Netelenbos naar de commissie onder leiding van haar partijgenoot Duivesteijn heeft gestuurd en waarover deze krant beschikt.
De TCI stelt in haar rapport over de hsl-zuid dat de oud-minister van Verkeer (1998-2002) de Tweede Kamer in november 1999 onjuist heeft geïnformeerd over dreigende budgetoverschrijdingen bij de aanbesteding van de contracten voor de aanleg van de onderbouw van de spoorlijn. Die kostenexplosie was te wijten aan de hoogte van de offertes. „Zij heeft ten onrechte ontkend dat er sprake zou zijn van miljardenoverschrijdingen, waardoor de Tweede Kamer op dat moment geen reden had te interveniëren”, aldus de TCI.
Netelenbos is woest over deze bewering. „Ik kan uw visie ter zake volstrekt niet delen”, schrijft ze. In een brief van 25 november 1999 aan de Kamer „kunt u duidelijk lezen dat de prijzen van de aanbiedingen en de bijbehorende kwaliteit niet in overeenstemming waren met de gestelde eisen”, betoogt de oud-minister. „De facto was er op dat moment dus geen overschrijding; er waren te hoge biedingen en ik was niet van plan om zo verder te gaan.” Dat hier sprake zou zijn van onjuiste informatie aan de Kamer „kunt u geenszins hardmaken”, verwijt ze de TCI.
Netelenbos verdedigt zich verder door te stellen dat zij in de „precaire” onderhandelingssituatie tussen Rijk en bouwbedrijven geen volledige openheid kon bieden zonder de staat daardoor schade te berokkenen. Netelenbos had gehoopt dat de TCI voor dat probleem een oplossing zou bedenken. „Die voorstellen doet u niet. U laat zich wel verleiden tot een oordeel op basis van een enkele zin uit een brief die, gelicht uit de context en de feitelijkheid van dat moment, voor de goegemeente voldoende moest zijn om mij te veroordelen. Hierdoor wordt de integriteit van mij en mijn ambtenaren in diskrediet gebracht.”