Oog in oog met Bredase Nassaus
In Breda liggen wortels van het Nederlandse koningshuis. Dé wortels, zegt het Stedelijk Museum zelfs. Dat verhaal wil de Brabantse stad graag vertellen, en dat gebeurt nu tijdens een expositie in het museum aan de Boschstraat.
„De glazen deur door en u komt ogen en oren tekort”, belooft de portier. Dat is niets te veel gezegd, want de expositie biedt veel, in beeld en geluid. Je kunt er lang ronddwalen.
Al direct na binnenkomst is er een grote maquette van het Bredase kasteel. Wie daar naar binnen wilde, moest zo te zien vier poorten en drie grachten passeren. Zware hoektorens met schietgaten lieten aan duidelijkheid ook niets te wensen over. Naast middeleeuwse burcht was het ook gewoon een woonpaleis, met hoftuin naar Italiaanse snit. Op het scherm achter het miniatuurbouwwerk worden bezoekers aan het denken gezet met vragen als „Welke invloed hadden de Nassaus op de stad?”
Ook Italiaans waren de vloertegels die Hendrik III naar het kasteel liet komen. Het glazuur was geel en blauw, net als het wapen van de Nassaus. En op elke tegel stond een oog. Wie eroverheen liep, voelde zich wel bekeken. Enkele van die oogtegels zijn hier nu te zien.
Bijgezet
De rijke dochter van de heer van Breda werd gravin van Nassau. Het was Johanna van Polanen, van wie nu een bronzen beeldje in de Bredase Begijnhof staat. Ze trouwde in 1403 op elfjarige leeftijd met Engelbrecht I. Zo raakten de families met elkaar verweven en zo verwierf de graaf van de Dillenburg grote bezittingen in Brabant en Holland.
In de museumzalen staat nu een 4,5 meter hoog model van de toren van de Grote of Onze Lieve Vrouwekerk van Breda. Meer dan een eeuw lang werden in die kerk telgen uit het adellijke geslacht Nassau begraven. Toen Willem van Oranje in 1584 werd vermoord, was Breda echter in handen van Spaanse troepen. Daarom is sindsdien de Nieuwe Kerk in Delft de plaats waar de Oranjes worden bijgezet.
In vitrines ligt van alles uitgestald wat in en rond het kasteel in de grond is gevonden. Erboven hangen portretten van de adellijke bewoners van het kasteel waar nu leerlingen van de Koninklijke Militaire Academie in en uit lopen.
Door de tentoonstelling loopt een Familiespoor met speelse, interactieve opdrachten. Kinderen kunnen via een scherm vragen beantwoorden over tafelmanieren, met het geluid van rinkelend bestek op de achtergrond. In begeleidende tekst gaat het over gebraden zwaan, reiger en goudplevier, om van andere beesten maar te zwijgen. En wat de manieren betreft: wiebelen op je stoel is niet de bedoeling, je vingers in de saus duwen al evenmin. Graaien in de potten is meer iets voor wolven. Botjes horen op de rand van je bord, niet op tafel of zelfs daaronder. Maak je tanden niet schoon met de punt van je mes of met je nagels, zoals katten en honden doen, maar gebruik een tandenstoker.
Grensgebied
Aan de tentoonstelling ging vier jaar voorbereiding vooraf. Voorwerpen werden niet alleen geselecteerd, maar ook gerestaureerd, zoals medaillonportretten uit het Nassaupaleis en een wapenbord, beide uit de 16e eeuw.
Er zijn in de expositie tal van religieuze voorwerpen te bezichtigen. De Nassaus van Breda waren sterk betrokken op de christelijke instellingen in hun stad, maar Hendrik III liet ook gerust het hele Begijnhof verplaatsen omdat hij zijn kasteel en tuin wilde uitbreiden.
Later speelde de godsdienst een belangrijke rol in de Tachtigjarige Oorlog, toen Breda op de grens van het protestantse noorden en roomse zuiden een onrustige periode beleefde. „Geen plaats wordt zo vaak bezet en heroverd”, meldt een van de tekstborden. De inspanningen van de Nassaus om hun stad voor het noorden te behouden, hadden uiteindelijk resultaat. Daardoor ligt Breda nog steeds niet in België.
Turfschip
In de museumzalen ligt een model van het turfschip waarmee de Brabantse stad in 1590 listig werd ingenomen. Luidsprekers laten het gekraak van scheepsmasten, klokgelui en oorlogslawaai horen. Het verhaal is vaak verteld: 75 soldaten, verborgen in een turfschip, kwamen tevoorschijn toen het vaartuig binnen de stad was. Toen ze het kasteel eenmaal in handen hadden, lieten ze de overige troepen van prins Maurits binnen. In woord en beeld werd die „cloeck-moedighe ende stoute daet” vastgelegd.
De list van het schip werd bedacht door turfschipper Adriaen van Bergen. Een plaquette voor het museum vertelt dat hier in de Boschstraat zijn kleinzoon Adriaen van der Donck werd geboren. Die had als advocaat en landeigenaar een belangrijke plaats in Nieuw-Nederland, het latere New York. Hij gaf de metropool zijn democratische basis, zegt de gedenkplaat. Het brok staal is niet groot genoeg om dat uit te leggen.
Al lezend en luisterend krijgen bezoekers van de tentoonstelling zo heel wat mee. Een straat verder kunnen ze Park Valkenberg en het Baroniemonument verkennen. Op deze plaats legde de familie van het kasteel in 1531 een renaissancetuin aan, de eerste ten noorden van de Alpen. Ook weer volgens de laatste Italiaanse mode, dus zonder de slingerpaadjes van nu.
Op de foto
De tentoonstelling ”De Nassaus van Breda. Kasteel, stad en land” is onderdeel van Royal Roots, een meerjarig cultuurprogramma waarin het Nassauverleden wordt verbonden met de huidige tijd. Op het Kasteelplein is momenteel ”Blind Floor” te zien. Je kunt op deze vloer van oogtegels gaan staan en via een app opdracht geven aan een camera op het kasteel om je op de foto te zetten. Het resultaat wordt direct toegestuurd. Geen Nassau die het had kunnen bedenken.