In de nacht van zondag op maandag begon de Israëlische strijdkracht met luchtaanvallen op Jenin. Later gingen zo’n duizend militairen het vluchtelingenkamp binnen, dat volgens de Israëliërs al jaren een terroristisch bolwerk is. In Jenin zitten veel Palestijnse militante groeperingen die zich verzetten tegen Israëliërs op de Westelijke Jordaanoever.

Naar schatting wonen in het kamp zo’ n 14.000 mensen, maar maandag en dinsdag sloegen duizenden mensen op de vlucht voor het geweld. Er was geen stroom en water meer en er klonken nog regelmatig explosies. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu benadrukte dat deze operatie geen eenmalige actie was en dat hij zal doorgaan in zijn strijd tegen de Palestijnse militanten.

Internationaal werd bedroefd gereageerd op de grote operatie en er klonken vele oproepen om het geweld te stoppen. Vrijdag komt de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties samen om te praten over de situatie op de Westoever.

Dinsdag werd al gereageerd op de operatie door een jonge Palestijn die inreed op een groep voetgangers in Tel Aviv. Acht mensen raakten gewond. De Palestijnse Hamas-beweging noemt het optreden van de automobilist „heroïsch”, schrijft de krant Haaretz.