Het gaat om de zogeheten methodebesluiten voor 2022 tot en met 2026 waarin vastgesteld is hoe de toezichthouder de tarieven van netbeheerders berekent. Volgens het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) hield de ACM hierin onvoldoende rekening met de forse investeringen die de netbeheerders moeten doen vanwege de overgang naar hernieuwbare energie.

Door de massale overstap op zonne- en windenergie moeten netbeheerders hun netten flink aanpassen. Dat kost miljarden. De netbeheerders waren naar de rechter gestapt omdat ze vonden dat de ACM hier onvoldoende oog voor had. Partijen als Enexis, Stedin of TenneT willen namelijk wel tarieven kunnen rekenen die hoog genoeg zijn om al de noodzakelijke investeringen op te hoesten. En dat er veel moet gebeuren is duidelijk. Doordat het stroomnet in grote delen van Nederland overbelast is kunnen veel bedrijven en instellingen momenteel bijvoorbeeld geen nieuwe stroomaansluiting meer krijgen.

De hoogste rechter op het gebied van het economisch bestuursrecht heeft de eerder genomen besluiten van de ACM nu vernietigd en geeft de waakhond zes maanden om de nodige aanpassingen te doen. „Wij hielden natuurlijk al rekening met de investeringen die de netbeheerders moeten doen. Maar het CBb wil dat we dat nog meer doen”, legt een woordvoerder van de ACM uit.

Dat netbeheerders hun tarieven niet zelf kunnen bepalen heeft te maken met het feit dat ze elk in hun eigen gebied of functie een monopolie hebben. Consumenten of bedrijven kunnen niet kiezen welke netbeheerder ze nemen. Daarom neemt de ACM besluiten over de tarieven. De toezichthouder moet er daarbij voor zorgen dat de netbeheerders genoeg inkomsten ontvangen om de kosten van investeringen te dekken maar ook dat afnemers niet te veel betalen.

Netbeheer Nederland beschouwt het oordeel van de rechter als een steun in de rug. De koepelorganisatie laat weten graag met de ACM in gesprek te gaan „om te komen tot een methodebesluit dat recht doet aan de financiële uitdagingen van de energietransitie”.