Centraal staat een gesprek dat de twee voerden met toenmalig Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib. Nieuwsuur berichtte onlangs over het gesprek. Arib schreef hierop aan de Kamer dat de verkenners „vreesden” dat Omtzigt, toen nog CDA’er, meer stemmen zou halen dan lijsttrekker Wopke Hoekstra. Dit was ten tijde van het gesprek nog onduidelijk. Volgens Jorritsma kon dit „een probleem” en „een risico” voor het te vormen kabinet vormen, aldus Arib.

„De brief van Arib is niet conform wat is besproken” zei Jorritsma. Volgens haar heeft ze „nadrukkelijk” niet over Omtzigt als persoon gesproken, maar sprak ze van „een risico van vertraging van het proces” van de verkenning. Volgens Jorritsma was het haar „beginconclusie” dat het CDA een rol zou moeten spelen in een toekomstige coalitie. De oud-verkenner weersprak dat ze heeft gezegd dat het een probleem en een risico kon zijn voor een te vormen kabinet als Omtzigt meer stemmen zou halen dan Hoekstra. Arib blijft er echter bij dat het wel op die manier is gezegd en dat ze er verbaasd over was. Naar eigen zeggen gaf ze aan niet over personen te willen spreken.

Kamerleden begrijpen niet waarom de verkenners dit gesprek niet hebben gemeld tijdens het beruchte debat van 1 april 2021. Toen is uitvoerig gesproken over de „functie elders” voor Omtzigt, wat VVD-leider Mark Rutte aan de orde had gesteld tijdens zijn gesprek met de verkenners. Kamerleden suggereren dat de verkenners op 1 april opzettelijk niet hebben verteld dat al eerder over Omtzigt was gesproken.

Nieuwsuur meldde op basis van een vertrouwelijk document ook dat Jorritsma in het gesprek de positie van Omtzigt onhoudbaar noemde. Of dat inderdaad is gezegd, blijft onduidelijk.

BBB-leider Caroline van der Plas pleit na de hoorzitting voor een zogeheten mini-enquête. Kamervoorzitter Vera Bergkamp laat weten dat het verder aan de Kamer is wat er nu gebeurt.