Cultuur & boeken

Dodelijkste dag voor Amerikanen in Irak

Met 37 doden was woensdag de dodelijkste dag voor de Amerikaanse strijdkrachten in Irak sinds hun invasie van het land, 22 maanden geleden. Door een helikopterongeluk in het westen kwamen 31 Amerikaanse militairen om het leven. Zes andere Amerikaanse militairen werden het slachtoffer van opstandelingen.

ANP/RTR/AFP
26 January 2005 21:48Gewijzigd op 14 November 2020 02:09

Volgens Amerikaanse media was het incident met de helikopter een ongeluk, dat vermoedelijk te wijten was aan slecht zicht. De militaire autoriteiten gaven geen uitsluitsel over de toedracht. Zij sloten een beschieting door rebellen als oorzaak vrijwel uit.

De crash met de CH–53 Sea Stallion transporthelikopter gebeurde ’s nachts, niet ver van de stad Ar Rutbah in de woestijn bij de Jordaanse grens. De militairen van de eerste mariniersdivisie die zich aan boord bevonden, zouden er op uit gestuurd zijn om Iraakse verkiezingsmedewerkers bij te staan.

De Amerikanen zouden in Irak inmiddels 33 helikopters hebben verloren, ruim twintig daarvan na beschietingen. Ongelukken met dergelijke toestellen behoren tot de dodelijkste voorvallen voor Amerikaanse militairen in Irak. Half november 2003 botsten twee Blackhawk–helikopters op elkaar bij Mosul waardoor zeventien inzittenden omkwamen. Eerder die maand vonden zestien Amerikanen de dood toen rebellen een Chinook–helikopter neerschoten met een luchtdoelraket.

Het was woensdag niet alleen voor de Amerikanen een dodelijke dag in Irak. In aanloop naar de verkiezingen zondag vielen ook talrijke Iraakse doden door aanslagen met autobommen.

Bij een hoofdkwartier van een grote Koerdische partij in het Noord–Iraakse Sinjar kwamen zeker vijftien personen om het leven doordat een vrachtauto vol explosieven ontplofte. In de stad Riyadh, nabij de oliestad Kirkuk, werden negen slachtoffers geteld door drie autobommen die nabij een leger– en een politiepost en op een snelweg explodeerden. In het centrum van Tikrit, de geboorteplaats van de gevangengenomen ex–dictator Saddam Hussein, ontplofte ook een autobom. Daardoor viel zeker een dode. Elders in de stad trof de politie twee kant–en–klare bomauto’s aan in een verlaten huis. Zij maakte de explosieven onschadelijk.

In het noorden van Bagdad ontplofte een bom in een school die zondag bij de verkiezingen als stemlokaal zou dienen. Niemand raakte gewond. Tegenstanders van het democratiseringsproces pleegden de afgelopen dagen aanslagen op talrijke stembureaus. Rebellen ontvoerden ook drie werknemers van de Iraakse kiescommissie in de regio Mosul.

Volgens de organisatie die de verkiezingen voor Iraki’s buiten Irak organiseert, lieten ongeveer 280.000 Iraakse ballingen zich als kiezer registreren. Dat is ruim een kwart van de ongeveer een miljoen kiesgerechtigde Irakezen in het buitenland.

De verdreven president Hussein en zijn naaste medewerkers kunnen zondag niet stemmen hoewel ze daartoe juridisch gezien wel het recht hebben. De voorzitter van de Iraakse kiescommissie zei dat door technische problemen de voormalige machthebbers van Irak geen gebruik kunnen maken van hun democratische grondrechten. De commissie zou er niet in zijn geslaagd om stembureaus op te zetten in gevangenissen.

De oud–dictator en zijn medewerkers mochten zich niet kandidaat stellen voor de parlementsverkiezingen, omdat ze zijn aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer