Volgens Van Sluis moeten er een ’aantal zaken gerepareerd’ worden. Er moet bijvoorbeeld onderzocht worden wat de gevolgen voor de Waddenzee zijn. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt in eerste instantie bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat", zei de havenwethouder woensdag.

Er is volgens Van Sluis nog tijd om de plannen zo aan te passen, dat het begin van de werkzaamheden (2006) geen gevaar loopt. „We moeten er een schepje bovenop doen. De voorbereidingen kunnen gewoon doorgaan", zei hij woensdag.

Als de Tweede Maasvlakte er toch later dan gepland komt, betekent dat een strop voor de bedrijvigheid in Rotterdam. „De haven zit te springen om ruimte", aldus Van Sluis.

Het Havenbedrijf Rotterdam vindt het belangrijk dat de Tweede Maasvlakte zelf niet ter discussie staat. Het project wordt volgens het Havenbedrijf breed gedragen door het bedrijfsleven en natuur– en milieuorganisaties. Het is nog te vroeg om te zeggen of de uitspraak voor vertraging zorgt, aldus de onderneming.