Schotse boer William Milne koos voor zendingswerk in Verre Oosten
De Schotse zendeling William Milne (1785-1822) woonde negen jaar in China en gaf daar christelijke boeken uit. Ook werkte hij aan een Chinese Bijbelvertaling en gaf hij het eerste Chinese christelijke tijdschrift uit. Hij stierf op 37-jarige leeftijd, maar zijn werkkracht was groot. Nog worden zijn naam en werk met ere genoemd.
Zijn wieg stond in een dorpje in Aberdeenshire in het noorden van Schotland. Zijn vader, die landbouwer was, ontviel hem toen hij zes jaar oud was. Hij moest als schaapherdersjongen de kost verdienen. Zijn vroege jeugd werd getekend door een zondige levensgang. Op dertienjarige leeftijd bezocht hij de zondagavondschool van de bekende predikant van Huntly, George Cowie, maar de kennis die hij daar opdeed maakte hem opgeblazen. Enkele jaren later kwam hij in contact met een godvrezende man die hem wees op de noodzaak van bekering. Hij werd overtuigd van zonden en zocht God in gebed en overdenking.
Het boek ”De viervoudige staat” van Thomas Boston en enkele preken van deze bekende predikant waren het middel tot zijn bekering. De doorbraak kwam tijdens een preek van Cowie. Deze haalde de woorden van de Zaligmaker aan: „En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden onder alle volken, beginnende van Jeruzalem” (Luk. 24:47). William werd overtuigd van de zonde van zijn ongeloof: „Als genade en redding werden aangeboden aan hen die de Levensvorst hadden gedood (…) en die genade over hun schuld kon zegevieren, dan kan deze genade ook tot mij worden uitgebreid.” Hij gaf zich over aan de Heere en wist zich niet lang daarna geroepen zich toe te wijden aan de dienst in Zijn Koninkrijk. En dat werd zendingswerk onder de Chinezen.
China
Milne meldde zich aan bij de nog niet zo lang geleden opgerichte London Missionary Society (Londens zendingsgenootschap), dat hem in eerste instantie afwees. Kennelijk speelde zijn gebrek aan opleiding hierbij een rol. Maar als hij dan maar „een houthouwer of een waterputter” mocht zijn? Het genootschap liet hem eerst drie jaar studie aan het college van David Bogue (1750-1825) in Gosport volgen. In die tijd trouwde hij met Rachel Cowie en een maand daarna vertrok hij naar Macau, een kustplaats in het zuiden van China. Van de uitzendingsdienst op 16 juli 1812 is een indrukwekkend verslag bewaard, waarin het persoonlijk getuigenis van de bekering en roeping van Milne is opgenomen. Macau was oorspronkelijk een Portugese handelspost waar ook Hollandse kooplieden woonden. Hier werkte Milne samen met Robert Morrison (1782-1834), de eerste zendeling in China. Hij leerde hier de moeilijke Chinese taal en probeerde contacten te leggen met de bevolking.
De antiwesterse politiek van China verbood hem om in dit immense land de bevolking te bereiken. Hij en Morrison richtten zich hierop op christelijke lectuur en een Bijbelvertaling. Milne bouwde een drukpers en begon met het Chinese Monthly Magazine, het eerste zendingsblad in de Chinese taal, die hij zich met veel moeite had eigen gemaakt. De oplage groeide na enkele jaren tot duizend exemplaren per maand.
Milne, die vanaf 1815 in Malakka in het huidige Maleisië werkte, kreeg geleidelijk aan ingangen onder de bevolking van de stad. De Chinese drukker Liang Fa, die Morrison en Milne had geholpen om het Chinese Nieuwe Testament te drukken, kwam helpen. Hij kwam tot geloof en werd in november 1816 gedoopt. Liang was de tweede Chinese christen die door een Europese zendeling tot Christus geleid was. Hij werd de eerste protestantse predikant in China. In aansluiting op het blad publiceerde Milne een Engelstalig kwartaalblad, The Indo-Chinese Gleaner. Het kwam in 1817 van de pers en verscheen tot aan het overlijden van Milne.
Ook begon de Schotse zendeling met de vertaling van het Oude Testament in het Chinees. Vervolgens stichtte hij samen met Morrison het Anglo-Chinese College, een school voor voortgezet onderwijs. In 1843 werd deze school naar de destijds Engelse kolonie Hongkong verplaatst.
Instrument
Aan het welbestede leven van Milne kwam spoedig een eind. Eerst stierf zijn vrouw, wat voor hem een grote slag betekende. Op 2 juni 1822 ontsliep hij in zijn Heere en Heiland. Naar de mening van J.I. Packer in zijn boekje ”Evangelisatie en de soevereiniteit van God” volgde Milner bij zijn zendingswerk het voorbeeld van Christus in de wereld „om zondaars de waarheid van het Evangelie met het oog op hun bekering en redding te leren”. En volgens zijn leermeester David Bogue betekent dit dat „zendelingen vereerd zijn om instrumenten te zijn om de kennis van redding over te brengen aan die ellendige naties, die in duisternis en in de schaduw van de dood zitten”.
Zijn graf is nog te vinden op de Hollandse protestantse begraafplaats van Macau.