„Het is heel belangrijk dat de drie grote spelers in Zeeland hierin hun verantwoordelijkheid nemen”, zegt Angélique Duijndam, voorzitter van Keti Koti Zeeland en zelf nazaat van tot slaaf gemaakten. „Zij gaan excuses maken, dat zie ik als de eerste stap. Maar het gaat ook om de tekst. Het moeten geen holle frases zijn als ‘sorry voor wat er is gebeurd, we hopen nu samen verder te gaan en kijken naar de toekomst’. Ik hoop een oprecht verhaal te horen. Een verhaal waaruit blijkt dat de sprekers weten waarvoor ze excuses maken. Het moet beklijven. Ik hoop de wens te proeven om kennis over het verleden en heden te delen en te zorgen voor een doorverwerking naar de toekomst.”

Duijndam is zaterdagochtend aanwezig bij de Keti Koti-viering in Middelburg, waar Han Polman als commissaris van de Koning namens Zeeland excuses maakt voor de rol van de provincie in het slavernijverleden. Dat doet ook burgemeester Harald Bergmann namens Middelburg. ’s Middags volgt een bijeenkomst in Vlissingen, waar burgemeester Bas van den Tillaar eveneens excuses maakt. Beide steden speelden in de achttiende eeuw een grote rol in de slavenhandel.

Duijndam krijgt in Middelburg de gelegenheid om direct publiekelijk te reageren op de speeches. „Ik ben gevraagd om vooraf feedback te geven op de tekst, maar dan wordt die weer gekleurd door mij. Ik wil juist een oprecht verhaal vanuit het hart horen. Daar kan ik dan op reflecteren.”

Duijndam zat zelf een tijdje in de gemeenteraad van Vlissingen. De geboren Surinaamse, wier voorouders op plantages moesten werken, pleitte toen niet alleen voor excuses, maar ook voor een onderzoek naar de rol van Vlissingen in het slavernijverleden. „Tussen 1750 en 1782 was Vlissingen in Europa de stad die het meeste heeft verdiend aan deze handel. Geen mooi verleden, niet iets om trots op te zijn. Je kan dat klein proberen te maken door er niet over te praten en er geen aandacht aan te geven, maar dat verandert als stad jouw rol in die tijd niet. Daarom zou ik het heel mooi vinden als Vlissingen die onmiskenbare rol erkent en er open over is.”

De gemeente wil dat graag en hoopt het kenniscentrum dat in Zeeland komt naar Vlissingen te halen. Dat centrum heeft als doel om kennis over het slavernijverleden te vergroten en te verspreiden, onder meer op scholen.