Iran sleept Canada voor Internationaal Strafhof om terreurclaims
Het regime in Iran is naar het Internationaal Strafhof in Den Haag gestapt voor een klacht tegen Canada, dat in 2012 besloot om Iran als sponsor van staatsterrorisme aan te merken. Teheran is boos dat slachtoffers van dat terrorisme sindsdien schadevergoedingen van Iran kunnen eisen bij de Canadese rechter.
Volgens het Iraanse regime is dat een schending van het principe van staatsimmuniteit, dat wil zeggen dat een staat niet in een andere staat voor de rechter kan worden gesleept. In Canada is dat normaal gesproken ook zo, maar in 2012 nam het parlement een wet aan die bepaalde dat slachtoffers wel schadevergoedingen kunnen eisen van staten die zijn aangemerkt als sponsor van terrorisme, zoals Iran.
Een Canadese rechter besloot in 2016 dat alle non-diplomatieke bankrekeningen van Iran in Canada konden worden gebruikt om de slachtoffers te compenseren van aanslagen van de terreurgroepen Hamas en Hezbollah. Daardoor kwam 13 miljoen dollar (bijna 12 miljoen euro) vrij voor de families van omgekomen Amerikanen bij aanslagen tussen 1983 en 2002.
Iran vindt dat Canada de „internationale verplichtingen heeft geschonden door de immuniteit en het bezit van Iran niet te respecteren”. Teheran wil gecompenseerd worden door Canada en hoopt dat te bereiken via het Internationaal Strafhof in Den Haag. Iran heeft daar ook al jaren een soortgelijke zaak lopen tegen de Verenigde Staten.