Binnenlandpartijverbod

Experts: Partijverbod moet allerlaatste redmiddel zijn

Om de democratie te beschermen zou het verbieden van een politieke partij een „allerlaatste” redmiddel moeten zij, zeggen verschillende deskundigen tijdens een rondetafelsessie in de Tweede Kamer.

ANP
28 June 2023 14:17Gewijzigd op 28 June 2023 14:29
Baudet, leider van FVD. beeld ANP, LEX VAN LIESHOUT
Baudet, leider van FVD. beeld ANP, LEX VAN LIESHOUT

Het kabinet heeft een wet daartoe in de maak, die binnenkort naar de Tweede Kamer wordt gestuurd. Als de wet het haalt, dan kan de Hoge Raad overgaan tot het verbieden van partijen die geweld prediken of grondrechten schenden. Een groot deel van de Tweede Kamer had om de bijpraatsessie gevraagd.

De kwestie ligt zeer gevoelig. Verschillende partijen in de Tweede Kamer vinden dat bijvoorbeeld Forum voor Democratie van Thierry Baudet de democratie juist aantast en ondermijnt, onder meer door verdekt te spreken over rassenverschillen, autoritaire leiders zoals de Russische president Vladimir Poetin te prijzen, of door journalisten, onderzoekers of rechters verdacht te maken. Tegelijkertijd is er groot ongemak over een mogelijk partijverbod, omdat het als politiek instrument kan worden ingezet. Daarmee redt een partijverbod de democratie niet, maar wordt het juist antidemocratisch.

René Cuperus, schrijver van de Atlas van afgehaakt Nederland, vindt dat men „heel voorzichtig moet omspringen met een partijverbod”. „Als partijen elkaar over en weer willen verbieden, dan ben je niet ver af van de Amerikaanse politiek.” Wel zou hij een mogelijk verbod als „in geval van nood achter de hand willen hebben”, bijvoorbeeld als een shariapartij (partij die de islamitische wetgeving wil invoeren) groot zou worden in Nederland. „Dan is het geen overbodige luxe.” Politicoloog Tom van der Meer vindt een partijverbod een „laatste linie” om de democratie te verdedigen. Wel moet de wet dan goed zijn geformuleerd, én moet er een zogeheten ‘escalatieladder’ zijn: eerst moeten andere maatregelen worden genomen, voordat wordt overgegaan tot een partijverbod.

Rechtsgeleerde en voormalig justitieminister Ernst Hirsch Ballin is in principe voor, mits er sprake is van „daadwerkelijke dreiging”. Wanneer daar sprake van is, zou goed omschreven moeten zijn in de wet. „Het moet niet zo zijn dat je een politiek debat verplaatst naar de rechtszaal.”

Ook Paul Cliteur, rechtsgeleerde en voormalig Forum voor Democratie-senator, is in een uiterst geval voor een mogelijk partijverbod. Partijen die „het expliciete doel hebben om de democratie af te schaffen”, zoals nazistische of communistische partijen, mogen volgens hem verboden worden. Hetzelfde geldt volgens hem voor shariapartijen, of „globalistische partijen die bijvoorbeeld alle nationale wetten willen onderwerpen aan EU-wetgeving”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer