Abraham Gans ontwikkelde zich van neuroloog tot profetisch psychotherapeut
Hij begon zijn maatschappelijke loopbaan als een orthodox-Joodse medicus, strevend naar wetenschappelijke roem. Hij eindigde als „profetisch psychotherapeut”, getuigend van een zwijgende God. Met een vuistdikke biografie ontrukte Mart van Lieburg neuroloog Abraham Gans aan de vergetelheid.
Met ijzeren discipline schrijft Mart van Lieburg boek na boek, zonder uitzondering gedegen en dik. Het jongste werk van de emeritus hoogleraar medische geschiedenis is gewijd aan de Leidse neuroloog Abraham Gans (1885-1971), jarenlang lector aan de Universiteit Leiden. De biografie geeft een beeld van het bewogen leven van de Joodse medicus, dichter en denker.
Van Lieburg kende Gans al geruime tijd van naam. In de medische wereld kreeg de Joodse lector bekendheid door zijn ”Leerboek der neurologie”. Een nadere kennismaking was het lezen van Gans’ boek ”Het woord van de zwijgende God”. „Dat kocht ik vanwege de intrigerende titel. Het idee om een biografie over hem te schrijven ontstond dankzij onderzoek voor een ander boek waaraan ik werk, over de geschiedenis van medische studenten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor heb ik onder meer het archief van de Leidse Universiteit doorgespit. Zo stuitte ik op het dossier van Abraham Gans. Dat fascineerde me: een Joodse lector die op last van de Duitsers wordt ontslagen, in augustus 1945 terugkeert aan de universiteit en het jaar daarop opnieuw wordt ontslagen. Nu op advies van collega’s.”
Niet alleen de levensgang van Gans, ook zijn levensovertuiging inspireerde Van Lieburg tot het schrijven van het boek. „Hij komt met allerlei diepe gedachten die bij mij mee vibreren. In een vorig interview heb ik mezelf een verlegenheidsagnost genoemd. De biografie van Gans heeft voor mij iets van een autobiografische spiegel. Hetzelfde werd geconstateerd in een recensie over ”De hemelvorser”, mijn boek over Gerhard Fockens. Anderen zien dat blijkbaar nog scherper dan je het zelf ziet. Gans kwam religieus in een verlegenheidspositie terecht. Hij benadrukt dat we de Bijbel niet noëtisch moeten lezen, de kennis betreffend, maar profetisch en poëtisch. Tot die conclusie kwam hij na een lange weg vanuit een orthodox-Joodse achtergrond.”
Tegelijk ruimhartig Joods.
„Absoluut. In het gezin werd rekening gehouden met de opvattingen en gevoelens van christenen. De ouders van Gans spraken zelfs met een zekere waardering over Jezus. Moeder Gans werd in het huishouden bijgestaan door een gereformeerd meisje, maar die tolerante houding ging niet ten koste van verbondenheid aan het orthodoxe Jodendom. Bij onze Abraham stak de twijfel de kop op toen hij in Amsterdam medicijnen ging studeren. Daardoor kwam hij in een andere wereld. Dat is ook zo’n parallel met studenten uit reformatorische kring die op de universiteit twijfels krijgen bij wat hun altijd is voorgehouden.”
Wat voor persoon was Gans?
„Moeilijk in de omgang en heel chaotisch. Dat verklaart veel van wat hem in Leiden is overkomen. Ook de twee vrouwen die hij had, hielden het niet bij hem uit. Zijn eerste vrouw, Madeleine Povel, was een kleindochter van de schatrijke eigenaar van de Winkel van Sinkel. Net als haar familie was ze overtuigd rooms-katholiek. Gans stemde ermee in dat de kinderen rooms werden opgevoed, maar innerlijk kreeg hij een weerstand tegen alle regels en rituelen die eraan verbonden waren. Omgekeerd had Madeleine moeite met zijn gedrag. Gans was gevoelig voor vrouwen, laat ik het zo uitdrukken.”
Hoe betekenisvol was hij als medicus?
„Zijn ”Leerboek der neurologie” werd beschouwd als een werk dat de neurologische kennis van die tijd goed weergaf. Bovendien verrichtte Gans op een aantal fronten belangrijk onderzoek en had hij vernieuwende ideeën, maar hij zette niets door. Dat zie je meer bij mensen met geniale trekken.
Daar kwam bij dat hij niet in staat was zijn gedachten netjes te ordenen. Een deel van zijn boeken is daardoor bijna onleesbaar, mede door zijn visie op taal. Hij vond dat een woord exact moest weergeven wat hij bedoelde. Daarom gebruikte hij niet alleen veel onbekende woorden, zoals noëtisch, maar bedacht hij ook nieuwe woorden. Hij had niet in de gaten dat zijn teksten daardoor ontoegankelijk werden. Ik deel overigens zijn mening dat zorgvuldig formuleren heel belangrijk is; in de wetenschap, de politiek én de kerk.”
Wat trekt u in de boeken van Gans?
„Het valt niet mee om er lijn in te ontdekken, maar je blijft erin bladeren en lezen door de inspirerende gedachten. Zijn boeken zijn als een veld vol distels met daartussen de schoonste bloemen, inhoudelijk en literair. Veelzeggend is dat in de zevende editie van het Woordenboek der Nederlandsche Taal alle door Gans gevormde woorden voor zijn boek ”Het woord van de zwijgende God” zijn overgenomen.”
Door wie werd Gans zelf gevormd in zijn denken?
„Dat heb ik niet kunnen achterhalen. In het aangeven van bronnen was hij niet sterk. Wel is duidelijk dat hij grote waardering had voor de filosoof Heidegger. Met zijn assistent Gerrit Kastein, een briljante jongen, overtuigd communist en groot bewonderaar van Gans, las hij elke morgen een hoofdstuk uit diens ”Sein und Zeit”, een boek dat mijn pet te boven gaat.
<InlineImage imgUrl=“https://images.rd.nl/fill/w:2500/h:2500/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F19445566_855c38a6e5.JPG” caption=““De zwijgende God”. beeld Niek Stam” alt=“19445566.JPG” />
Daarnaast moet hij door vele anderen zijn gevormd, maar hij laat zich daar niet over uit. Alle invloeden brachten hem uiteindelijk bij Micha 6:8. Die tekst zag hij als een allesomvattende leefregel. We worden geroepen om recht te doen, lief te hebben en in deemoed te wandelen met God. Hij kwam tot die ontdekking toen hij eenzaam zat opgesloten in een cel van het huis van bewaring in Scheveningen, destijds bekend als het Oranjehotel. Daar heeft hij deze woorden van Micha omarmd als het Evangelie van een zwijgende God. Die vraagt van ons niets anders dan deze drie basale dingen. Dat raakt zelfs een verlegenheidsagnost, als je begrijpt wat ik bedoel. Micha 6:8 heft de verlegenheid niet op, maar vervangt die wel.”
Zo heeft ook Gans dat beleefd?
„Onmiskenbaar. Vanaf het bekeringsmoment in die cel komen deze woorden van Micha keer op keer in zijn werk terug. Soms op het vervelende af. Hij zag zichzelf als een profeet van dit nieuw verworven inzicht en verzette zich heftig tegen alles wat te maken heeft met dogma’s en regels. In de synagoge kwam hij zelden. Wel heeft hij zich voluit Joods laten begraven. Nee, dat vind ik niet vreemd. Het Jodendom liet zich niet uit hem verwijderen, zoals ik mijn reformatorische desem niet kwijtraak.”
Opmerkelijk is Gans’ waardering voor Paulus, van wie de meeste Joden een afkeer hebben.
„Hij wilde zelfs een boek over hem schrijven. Ik denk dat die betrokkenheid is te verklaren uit zijn identificatie met de persoon van Paulus: ook iemand die orthodox-Joods was opgevoed, een conversie meemaakte en daarna ging nadenken over Wie God is. Wat Paulus in Romeinen 1 schrijft over de ingeschapen Godskennis, sluit naadloos aan bij het denken van Gans over de zwijgende God. De mens heeft een ingeboren stem.
Gans bezag Paulus als een Jood met afwijkende maar rijke gedachten. Dat geeft een heel andere blik. Hetzelfde geldt voor zijn boekjes over Jona en Job. Net als Job wist Gans zich verlaten door zijn vrouw, beroofd van kinderen en gesmaad door zijn vrienden. Juist daardoor raakte zijn oog gericht op God. In de woorden van Gans zelf: „Job gaat van wanhoop door vertwijfelend geloof over weifelend inzicht en opstandige vroomheid tot juichend berouw.” Dit vind ik woorden van een diepgang die je van weinig reformatorische kansels hoort.”
Hoe kijkt u aan tegen het ontslag van Gans, in 1946?
„Ik begrijp dat er gezocht werd naar een vervanger, vanwege zijn zwakke didactische kwaliteiten, maar de wijze waarop hij aan de kant is gezet, is een schandvlek voor de Leidse universiteit. De hele wetenschappelijke staf heeft destijds geprotesteerd tegen de gang van zaken. Zó doe je dit niet. Ze hadden Gans een plek moeten geven die bij hem paste. Temeer omdat een groep assistenten hem bleef adoreren. Ook zij hadden te maken met zijn onhebbelijke trekken, maar peilden zijn genie. Gans verklaarde de hele procedure uit antisemitisme. Voor een deel terecht. Nederland ging na de oorlog op een schandalige manier om met Joodse mensen die de gruwelen van het nazisme hadden overleefd.”
Wat betekende de gang van zaken voor Gans’ levensbeschouwing?
„Hij zat op de brokstukken van zijn bestaan, zowel maatschappelijk als privé. Door die omstandigheden, maar ook door zijn nieuwe blik op het leven, ontwikkelde hij zich tot een psychotherapeut met een profetische boodschap. In zijn grote pand aan het Rapenburg in Leiden ontving hij zijn patiënten. In de ontmoeting met hen zag hij iets van de Ander met een hoofdletter. Daarin doet hij denken aan de Frans-Joodse filosoof Levinas en de bekende Belgische psychiater Dirk De Wachter.
In de eenzame uren reflecteerde hij op het menselijk bestaan, reflecties waaraan hij uitdrukking gaf in gedichten en in ”Het woord van de zwijgende God”, dat in 1958 verscheen. Ondanks het weerbarstige van de tekst waren de meeste recensies positief. Dat moet hem goed hebben gedaan.”
Hoe beoordeelt u zijn gedichten?
„Niet alles is van literaire kwaliteit, maar er zitten juweeltjes tussen. Neem de eerste strofe van ”Uw dichter”:
Wanneer ik beef in barre eenzaamheid,
Wanneer ik alles heb verloren,
Dan worden woorden mij geboren,
Gegenereerd in bittere gemeenzaamheid,
Van droefheid en van zonde.
Heel indrukwekkend vind ik ook zijn gedicht ”Wij dwalen Hem tegemoet”. Gans beleefde een zwijgende God niet als armoe, maar als rijkdom. Elia ontmoette God in het suizen van een zachte stilte. Zo heeft Abraham Gans God ontmoet in de stilte van cel 483 van het Oranjehotel. Met de blijdschap die dat gaf.
In ’t sombre slavenhuis kroont Gij mij koning,
Gij maakt tot hoog paleis zijn wrede woning.
Vernederend geboeid, op barre steen gezeten,
Omhult me uw licht als stralende ereketen.
Meedogenloos gekweld vervult mij blijheid,
Verkoren tot uw dienst leef ik in eed’le vrijheid.
Mede n.a.v. ”Dichten is willen leven. De neuroloog Abraham Gans (1885-1971)”, Mart van Lieburg; uitg. TMGN; 426 blz.; € 39,50