Leraren basisscholen en middelbare scholen staken op 5 oktober
Leraren op basisscholen en middelbare scholen in het hele land leggen op donderdag 5 oktober het werk neer. Vanwege de inflatie eisen ze meer loonsverhoging dan de overheid biedt. Het protest wordt georganiseerd door vakbonden Algemene Onderwijsbond (AOb), CNV en FNV, de Algemene Vereniging Schoolleiders en de Federatie van Onderwijsvakorganisaties, de koepel voor verenigingen van vakleerkrachten zoals wiskundeleraren en gymdocenten.
De vakbonden willen dat leraren minstens 12 procent loonsverhoging krijgen, terwijl de overheid maximaal 5 procent biedt. „We zien om ons heen dat allerlei sectoren veel hogere cao’s afsluiten. Met de lerarentekorten die er zijn, gaan we niet accepteren dat er geen inflatiecorrectie komt. We krijgen keihard te horen: nee, er komt niets bij, accepteer het koopkrachtverlies maar. Hoe krijgen we leraren en schoolleiders dan richting dit vak?”, zegt AOb-bestuurslid Thijs Roovers.
De vakbonden voerden in mei ook protest voor loonsverhoging. Toen dreigden ze met een staking aan het einde van het huidige schooljaar of aan het begin van het nieuwe jaar. Dat de staking nu op 5 oktober is, is volgens Roovers een tegemoetkoming aan kinderen en leraren. „We willen dat de scholen normaal aan het jaar starten. De eerste weken zijn superbelangrijk, dan maak je afspraken en regels met de kinderen en leer je elkaar kennen. We willen ze niet extra de dupe laten zijn van een staking. Daar zijn we soft in. Maar het is een spagaat, want de overheid laat kinderen continu in de steek door niet te investeren in onderwijs. Ons beroep is daar te belangrijk voor, we laten ons niet piepelen.”
De vakbonden weten nog niet precies hoe de actiedag eruit komt te zien en wat er dan gebeurt in plaats van lesgeven. Ze houden waarschijnlijk geen demonstratie op het Malieveld in Den Haag. Roovers: „Een landelijke manifestatie gaat geen effect hebben. We moeten daar zijn waar de problemen mensen raken. In de eigen school of in de eigen buurt. Misschien betrekken we ouders en leerlingen erbij. Hoe doe je het zo nuttig mogelijk en zo krachtig mogelijk? Dat zijn we nog aan het onderzoeken.”