Onderzoekers: ook Groningen verdiende veel geld aan slavenhandel
Ook de stad Groningen heeft veel geld verdiend aan de handel in tot slaaf gemaakten en aan de handelswaar uit koloniën. Inwoners werden rijk in Azië en het Amerikaanse continent, en gebruikten dat nieuwe vermogen om hun positie te verbeteren. Dat concluderen onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen en het Groninger Museum. Zij hebben in opdracht van de gemeente Groningen het slavernijverleden van de stad bestudeerd.
„Vermogen dat werd vergaard in Azië bood VOC-medewerkers de kans om in Groningen invloed en prestige te krijgen”, stellen onderzoekers Anjana Singh en Bram Tanczos van de universiteit en conservator Lieuwe Jongsma van het Groninger Museum. Ze noemen notabele Groningse families als Fockens, Sichterman, Alting en Van Imhoff: „bediend worden door mensen die tot slaaf gemaakt waren, behoorde voor hen tot het dagelijks leven.” De Groningers bezaten tientallen slaven „die werkten als kok, hovenier en koetsier, maar ook zwaar werk deden”. De Groningers hielpen elkaar, ze vormden een eigen netwerk binnen de VOC en gebruikten dat ook om hun positie in hun thuisstad te verbeteren.
Het gaat om voorlopige bevindingen. Het volledige onderzoek naar het slavernijverleden van Groningen moet later dit jaar worden gepubliceerd. Dan komt ook een reactie van het Groningse college. Dat liet eerder al weten excuses te willen aanbieden voor het koloniale verleden van de stad.
Groningen zat in het dagelijks bestuur van de West-Indische Compagnie, de Heeren XIX. De compagnie regelde de handel in slaven en goederen tussen Europa, Afrika en het Amerikaanse continent. Daarnaast werkte Groningen nauw samen met Zeeland binnen de VOC.
Meer steden laten onderzoek doen naar hun betrokkenheid bij slavernij en kolonialisme. Zo hebben Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht in de afgelopen jaren excuses aangeboden, net als het kabinet, de provincie Zuid-Holland, De Nederlandsche Bank en ABN AMRO. Vlissingen en Middelburg betuigen volgende week zaterdag spijt voor hun rol in de slavernij. Dat doen ze op Keti Koti (Ketenen Gebroken). Op die feestdag is het 160 jaar geleden dat Nederland besloot om de slavernij af te schaffen en 150 jaar geleden dat de laatste tot slaaf gemaakten vrij werden.