PBL zag te veel optimisme en te weinig afspraken in landbouwakkoord
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zag in het concept-landbouwakkoord een aantal sterke punten, maar vond het stuk vooral niet concreet genoeg. Dat staat in een „reflectie” van het document dat het onafhankelijke instituut heeft gemaakt.
Het concept-landbouwakkoord is te positief. „Het PBL zet vraagtekens bij het optimisme in het concept-Landbouwakkoord over het halen van Europese en nationale doelen voor natuur, stikstof, klimaat en waterkwaliteit.” Er zouden meer afspraken moeten worden gemaakt over zaken als mest en waterkwaliteit.
„Een goed en breed gedragen Landbouwakkoord is hard nodig, maar om echt het gewenste effect te krijgen voor zowel boeren als leefomgeving, moeten veel punten nog nader worden ingevuld”, schrijft het PBL verder. Het gaan dan onder meer om de krimp van de veestapel en criteria voor investeringen in veestallen.
Het PBL zag ook problemen bij de naleving. Volgens het conceptakkoord zouden boeren worden afgerekend op hun milieuprestaties. Maar dit is lastig „door de complexiteit, hoge kosten voor de overheid en handhavingsaspecten”. Dat heeft het verleden getoond, aldus het PBL.
Volgens het instituut had het landbouwakkoord het „fundament” kunnen worden onder een transitie van de sector. Boeren zouden meer zekerheid krijgen. Ook is het positief over de voorgestelde uitbreiding van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer en mogelijke afspraken met ketenpartijen zoals supermarkten.
PBL bekeek het concept op verzoek van de onderhandelende partijen. Het overleg over landbouwakkoord waarin afspraken zouden worden gemaakt over de toekomst van de sector tot 2040, klapte deze week toen LTO zich terugtrok. De lobbyorganisatie zag te weinig perspectief voor boeren in het plan.