De commissie buitenland van de Senaat heeft de benoeming van Rice vorige week al goedgekeurd met zestien tegen twee stemmen. Het is gebruikelijk dat een benoeming door de voltallige Senaat daarna een formaliteit is. Maar de Democraten drongen aan op een uitgebreid debat over de benoeming van Rice. Zij gebruikten dat dinsdag om haar rol in het Irak-beleid van de regering-Bush te kritiseren en om dat beleid in z’n geheel onder vuur te nemen.

De hardste kritiek op Rice kwam van Democratisch senator Mark Dayton. Hij beschuldigde haar ervan in de aanloop naar de invasie van Irak „herhaaldelijk en bewust gelogen te hebben.” Dat is volgens Dayton „ondemocratisch en gevaarlijk.” Senator Edward Kennedy noemde het Irak-beleid „een catastrofale mislukking, een moeras.” Republikeins senator Chuck Hagel waarschuwde ervoor dat het democratische experiment in Irak nog kan mislukken. „Wij moeten er alles aan doen om dat te voorkomen”, aldus Hagel.

Zijn Republikeinse collega Lamar Alexander ondersteunde deze visie en pleitte voor een „successtrategie voor Irak.” Dat is volgens Alexander alleen mogelijk „als wij een wat realistischer idee ontwikkelen over wat wij onder succes verstaan.” Republikeins senator John McCain verdedigde Rice. „Ik begrijp best dat sommige collega’s kritiek hebben op ons beleid in Irak, maar ik denk dat het niet geoorloofd is om daarbij de integriteit van Condoleezza Rice ter discussie te stellen”, aldus McCain.

Ondanks de harde kritiek en de soms tumultueuze woordenwisselingen was er dinsdag niemand in de Senaat die er ook maar een seconde aan twijfelde dat de benoeming van Rice goedgekeurd zou worden. Rice volgt bij Buitenlandse Zaken de populaire Colin Powell op, die formeel al afscheid van zijn ministerie heeft genomen.