Provincies moeten voor 1 juli een eerste conceptplan voor de toekomst van het landelijk gebied inleveren bij het kabinet. In het plan moeten provincies aangeven hoe de natuur ervoor staat en welke stappen nodig zijn om natuurgebieden te herstellen waar nodig, zoals bijvoorbeeld hervorming van de landbouw. Het plan hoeft pas later definitief te worden uitgewerkt.

Vrielink vroeg zich af wat de consequentie zou zijn als de provincie niet voor 1 juli een eerste concept naar de minister stuurt. De BBB-fractie wil meer tijd om het concept te bekijken en er een oordeel over te vormen. Maar bestuurder Drenth (landbouw) wees de boerenpartij erop dat de provincie wettelijk verplicht is voor 1 juli iets aan te leveren. Niets opsturen geeft het kabinet volgens Drenth „het juridische handvat” om zelf een plan voor de provincie te maken „op onze kosten”.

Drenth legde uit dat het conceptplan dat nu voorligt „een versie 0.5” is en dat er ook nog weinig eisen zijn vanuit het Rijk over wat erin moet staan. De komende maanden heeft de provincie volgens Drenth „alle tijd” om verder te praten over de plannen.

Na de uitleg werd de bespreking van het conceptplan hervat. Andere partijen gaven niet te kennen aanlevering van het plan te willen uitstellen.

Tijdens de vergadering vroegen meerdere partijen zich af wat de mislukking van het landbouwakkoord betekent voor het plan. In het akkoord zouden boeren en het kabinet afspraken maken over het toekomstperspectief voor bijvoorbeeld boeren die met een kleiner bedrijf verder gaan. In Gelderland is het grootste deel van de zogenoemde piekbelasters gevestigd. Dat zijn boeren die veel stikstof uitstoten dicht bij een kwetsbaar natuurgebied. Het kabinet wil graag dat dit soort bedrijven stoppen ten behoeve van de natuur.

Drenth zei dat hij graag een landbouwakkoord had gezien, omdat afspraken over bijvoorbeeld de financiering van innovaties nodig zijn om verder te kunnen met de plannen. „Maar laten we even zien wat er nu gaat gebeuren.”