Veenkolonieboeren geloven in vezelhennep
Het lijkt de zoveelste mislukking in de veenkoloniën, op de Drents-Groningse grens: de herintroductie van vezelhennep. Aan die teelt is tot op heden weinig verdiend. Beschuldigingen van subsidiefraude aan het adres van de eigenaar van verwerkingsfabriek Hempflax maakten een voortijdig einde aan het oogstjaar 2004. Toch gelooft een groepje boeren in de toekomst van de sterkste vezel ter wereld. „We zijn volledig overtuigd.”
Aan ruimte geen gebrek. Het akkerbouw- en loonbedrijf van de gebroeders Hulshof in Odoornerveen beschikt over 300 hectare verveende grond. „Hier 175”, zegt Peter Hulshof. Hij wijst over de uitgestrekte velden naast en achter zijn woning. „En in Duitsland nog eens 125 hectare. Da’s een uurtje rijden. Met de tractor tenminste.”
De broers Hulshof verdienen de kost met hun loonbedrijf. Ze verbouwen daarnaast vooral maïs. Het afgelopen jaar 240 hectare. Andere producten op hun land waren suikerbieten (40 hectare) en Ethiopisch gras (20 hectare). De teelt van vezelhennep -in 2003 ongeveer 40 hectare- moest afgelopen seizoen abrupt worden stopgezet. De Algemene Inspectie Dienst (AID) verdenkt de directeur-eigenaar van Hempflax van subsidiefraude. De directeur houdt zelf vol dat er per ongeluk zaad is verwisseld. Teleurgesteld trok hij zich terug uit het bedrijf.
Daarmee kwam een voortijdig einde aan de herintroductie van de vezelhennep, die tien jaar geleden met veel enthousiasme en idealisme van start ging. Sinds 1994 staat er een verwerkingsfabriek in Oude Pekela. In de voorbije jaren werden daar verschillende oogstmachines en balenpersen voor de specialistische teelt uitgevonden en aangepast.
Hulshof houdt zich verre van de discussies met justitie. „Het zou echter heel jammer zijn als door een politiek steekspel de vezelhennepproductie in Nederland om zeep zou worden geholpen.” De in Drenthe geboren en getogen agrariër en loonwerker behoort tot het groepje boeren dat probeert een doorstart te maken. De komende weken buigen externe deskundigen zich in opdracht van de boerenwerkgroep over de vraag of een beperkte teelt komend seizoen mogelijk is. De boeren onderhandelen in de tussentijd met het ministerie over het behoud van het vezelquotum.
Hulshof ziet de teelt van hennep als een kans om te ontsnappen aan de tamelijk fantasieloze aardappelteelt, voor de productie van zetmeel. „Alle teelten hier gebeuren beneden de kostprijs. Graan, vollegrondsgroente, van alles is hier geprobeerd. Maar onze vrouwen gaan nog steeds met Brussels geld op zak naar de supermarkt.”
In vezelhennep ziet hij toekomst. Cannabis Sativa is een hoge, houtachtige plant die in vrijwel elk klimaat groeit. De vezelhennep mag niet worden verward met het zusje dat een psychoactieve stof voortbrengt en als gevolg daarvan een veel grotere bekendheid geniet. Het zijn juist de niet-psychoactieve canabissoorten die worden geteeld als een bron van vezels, hout en zaden.
„De bulk van de productie is bestemd voor de papierindustrie, het stro is prima geschikt om te verwerken tot strooisel”, weet Hulshof. Hij verdiepte zich in de mogelijkheden van het gewas en spreekt van „een superschoon product.” Het gebruik in de papierindustrie voorkomt niet alleen dat er bomen moeten worden gekapt; ook de productie is milieuvriendelijk. „Je hebt geen last van ziektes en hoeft niet te spuiten. Je hebt een heel klein beetje drijfmest nodig. Wel moet je de grond secuur verzorgen. De plant hecht aan een goede structuur.”
In de toekomst liggen er nog meer gebruiksmogelijkheden in het verschiet. „Er zijn veel niet-ontdekte toepassingen. Zo is vezelhennep in geperste vorm bruikbaar als isolatiemateriaal in de bouw. Stof, een restproduct bij de verwerking, wordt toegepast als compost en heeft gunstige vooruitzichten als opvulsel in plastic granulaat.”
Leverden de afgelopen jaren in de veenkoloniën en het aangrenzende stukje Duitsland 140 boeren vezelhennep, Hulshof denkt dat zeker 100 van hen daarmee willen doorgaan. Zij kunnen voorlopig gebruikmaken van de machines en de kennis van Hempflax. „Daarom moet het quotum worden behouden. Want ook elders in Duitsland is een groepje boeren bezig en Frankrijk wil graag ons aandeel overnemen. In dat land verbouwen boeren nu al op 10.000 hectare vezelhennep.”
Van de boer uit Odoornerveen hoeft er niet per se een coöperatie te worden opgericht. „Mits we ons aanpassen aan de vraag en niet zomaar doorproduceren zonder op de prijs te letten. Eerst verkopen, dan telen. Hempflax was goed bedoeld, maar de leiding kwam uit het westen van het land en sprak niet de taal van de mensen hier.” Er zit muziek in de teelt. „De wereldwijde vraag naar papier is zo groot dat vezelhennep beslist toekomst heeft.”