Curaçao doet niet mee aan topoverleg
Het bestuur van het eiland Curaçao heeft niet meegedaan aan het topoverleg op Sint Maarten over de toekomstige staatkundige verhoudingen binnen de Nederlandse Antillen.
Het wil eerst het referendum afwachten waarmee de bevolking zich in april kan uitspreken over de toekomstige status van het eiland. Het overleg eindigde dinsdag.
Delegaties van Sint Maarten, Saba, Sint Eustatius, Bonaire en het land deden wel mee. De delegaties hebben voor het eerst gezamenlijk besloten om de conclusies van het rapport Jesurun te accepteren. De werkgroep Bestuurlijke en Financiële Verhoudingen, onder leiding van oud-gevolmachtigd minister Papy Jesurun, adviseerde begin oktober om het land Nederlandse Antillen op te heffen.
In plaats daarvan moet Sint Maarten een apart land binnen het koninkrijk worden. Saba en Bonaire moeten koninkrijkseiland worden. De bevolking van die eilanden sprak zich eerder al uit over de staatkundige toekomst. De inwoners van Curaçao en Sint Eustatius kunnen dat pas op 8 april.
De delegaties hebben op het overleg afgesproken om zo snel mogelijk vijf werkgroepen in te stellen om de staatkundige veranderingen voor te bereiden. Er moeten werkgroepen komen voor de bestuurlijke en juridische verhoudingen, voor organisatie, financiën, het Statuut en communicatie.
Volgens Pedro Atacho, Statenlid en waarnemer bij het overleg, wordt de regering van de Nederlandse Antillen in het slotdocument dringend verzocht om zo snel mogelijk contact met Nederland op te nemen om de werkgroepen te installeren.
Atacho kan niet begrijpen waarom Curaçao niet heeft meegedaan aan het overleg. „Ik betreur dat, zegt hij op Sint Maarten. „Op Curaçao moet zo snel mogelijk een discussie worden gestart over de inhoud van het rapport Jesurun", vindt hij. „Het eiland moet zich ook zo snel mogelijk aansluiten bij de werkgroepen. Ik ben bang dat het staatkundig traject er anders een van de lange baan zal worden."
Het volgende overleg tussen de eilanden staat gepland voor 26 en 27 april.