De vreugde van vervagende grenzen
In het oude kerkje van het bergdorp ontmoeten Nederlandse christenen elkaar. Reizigers zonder doel heffen de lofzang aan: „Ziet, hoe goed en hoe liefelijk is het dat broeders ook samenwonen.”
Eenmaal thuis, vragen deze pelgrims zich in verwarring af waarom de diepe vreugde van verbondenheid tussen broeders en zusters in het buitenland in eigen land door kerkmuren uit het zicht verdwijnt.
Vakantie is ontspanning. Er is ruime voor onbevangen ontmoetingen en voor kerkdiensten die recht doen aan de intuïtie van het schone, het goede en het heilige. Terug in Nederland begrijpen we dat dit allemaal niet zomaar kan. Historicus James Kennedy spreekt in dit verband over de grote waakzaamheid van de Nederlandse reformatorische kerken. Wachters zijn alert en wantrouwend. Kennedy: „Ze zijn beter in het ontdekken van vijanden dan in het verwelkomen van vrienden.”
Alles wat kwetsbaar is, vraagt om bescherming. Een stad in vijandelijk gebied kan niet zonder bewaking en de kerk in de wereld niet zonder ambtsdragers. Maar als iedere wijk haar eigen militie heeft om het ‘wij’ tegen het ‘zij’ af te bakenen, gaat er iets grondig mis. Daar zit de pijn van de afscheiding. Er zijn kerkelijke grenzen aangebracht die dwars door het lichaam van Christus heenlopen. En grenzen zijn er nu eenmaal om bewaakt te worden.
Ambtsdragers zijn wachters en wachters zijn mensen en mensen zijn feilbaar. Soms slaat de wachter alarm terwijl er geen vijand is, een andere keer mist hij belangrijke signalen. Erger is het als grensbewakers het directe contact met hun koning verliezen. Dan vervaagt de opdracht, moeten ze soms noodgedwongen zelf een beetje voor koning spelen en kan een vriend gemakkelijk voor een vijand aangezien worden.
Bij Nederlandstalige kerkdiensten in het buitenland wordt ook gewaakt. Ik ken de criteria niet, maar het zal iets te maken hebben met bevindelijk-gereformeerde prediking. Maar binnen die cirkel doet de kerkelijke denominatie er niet meer toe. Gelukkig komt ook in Nederland meer ruimte voor interkerkelijke kanselruil. Tegelijk zijn er kerkgenootschappen die kansels gesloten houden. Uit zorg voor de prediking, de waarheid en de binnenkerkelijke eenheid. Dat is goed te begrijpen. Zolang je het hek niet van de dam haalt, mag je ervan uitgaan dat de schapen niet verdwalen.
Maar wat, als je met je denken niet bij de wachter begint, maar bij de Opperherder? Ik vrees dat dit soort synodebesluiten de Heere Jezus bedroeven. Mensjes ontzeggen geroepen en getrouwe dienstknechten van Christus, met wie ze zich ook nog eens geestelijk verbonden weten, een deel van Zijn kudde, alleen om kerkrechtelijke en bestuurlijke overwegingen. Kan een kerkgenootschap ook de Heilige Geest bedroeven?
Gelukkig hoef ik niet op vakantie om de vreugde van vervagende kerkmuren te ervaren. Vlak bij Gorinchem staat onder aan een rivierdijk een oude dorpskerk, waar het kanseldeurtje open staat voor predikanten van verschillende denominaties. Laten we bidden om wat meer onbevangenheid.
Het kind in ons, verhinder het niet.
De auteur is mediator, coach en ondernemer.