In Uden wonen nog vijf Birgitinessen
Achter dikke muren bevindt zich in Uden het klooster van de zusters Birgittinessen. Ze zijn nog maar met z’n vijven. Geen flard van de samenleving dringt daar door. Vijf nonnen leven nog in deze wereld van het grote zwijgen.
De zusters Birgittinessen (volgelingen van Birgitta van Zweden uit de veertiende eeuw) hebben nog maar enkele vertrekken van het grote kloostercomplex nodig. De rest is in gebruik bij Museum Krona. Tot 2019 heette dat het Museum voor religieuze kunst. Het museum bestaat nu vijftig jaar. Het is, zegt het zelf, „al vijftig jaar niet van deze tijd”. Het gaat dus over vroeger.
Achter de houten toegangsdeuren ligt de kloostertuin, met veel buxusstruiken en grassen, dovenetel, lavendel en huidgenezende kruiden. Hier en daar staat een ijzeren kruis tussen de beplanting. In het museumcafé De Refter zijn abdijbieren, kloosterboeken en religieuze souvenirs te koop. In het opengeslagen gastenboek schreven bezoekers hun bevindingen neer, zoals deze: „We zijn aangeraakt door het Licht”. Een ander was in het museum ontroerd geraakt, was emotioneel en vroom geworden.
Expositie
In dit jubileumjaar lopen in Museum Krona drie exposities, waaronder op dit moment ”Krona als hoofdzaak”. Krona staat in het Zweeds voor ”kroon”. De tentoonstelling richt zich op hoofddeksels als hoofdzaak. Want hoofddeksels vertellen veel over hun dragers. Het maakt nogal wat uit of je een hoed of een pet draagt, een sluier of een kap, een muts of een hoofddoek, een kroon of een simpele alpinomuts.
In de lange gangen kleeft de stilte aan de plafonds. Er is een ruimte met allemaal doornenkronen, teken van spot en vernedering, van veroordeling en pijniging. Achter glas liggen er vijf. Op een ets aan de muur zie je er vier. Een ander vertrek toont kappen, sluiers en grijze habijten, ook op foto’s en schilderijen. Ook wordt er aandacht besteed aan de hoeden van Prinsjesdag van de laatste jaren. Daar liggen de hoofddeksels die Marianne Thieme, Annemarie Jorritsma en Caroline van der Plas droegen.
Een volgende ruimte laat allemaal klokken en uurwerken zien, want het kloosterleven was met grote precisie ingedeeld in tijden voor bidden en werken, eten en drinken, strijken en de was vouwen, slapen gaan en weer opstaan. Een voormalige kloostercel is ingericht als bibliotheek, met stokoude banden achter vitrineglas, zoals ”De vier uytersten van den menschen”, ”Meditations” en ”Christelycke onderwyzingen”.
Voortbestaan
In 2008 was het Udense museum in het nieuws, want het had grote moeite om voort te bestaan. Hoe is dat nu? Wouter Prins, senior conservator: „Het gaat nu veel beter. Op veel punten hebben we gewerkt aan vernieuwing. Tien jaar geleden ontvingen we 12.000 bezoekers per jaar. Vorig jaar waren dat er 28.000. Het heeft dus gewerkt.”
Prins geeft aan dat Museum Krona op veel gebieden samenwerkt met Museum Catharijneconvent in Utrecht, bijvoorbeeld waar het gaat om collectiebeleid en educatie. „We versterken elkaar. Een verschil is wel dat Krona onderdeel is van een levend klooster. Er wonen nog steeds enkele zusters Birgittinessen in hetzelfde gebouw als waar wij onze collectie en exposities tonen.”
Dit museum heette tot 2019 ”Museum voor religieuze kunst”. Nu heet het Museum Krona. Wilde men af van het begrip ”religie”?
„Wij zijn ons bewust van de negatieve lading die religie in Nederland heeft. We weten ook dat religieuze kunst vaak eenzijdig wordt geassocieerd met stoffige zaken uit het verleden. Maar dat was niet de reden voor de naamsverandering. We hebben gekozen voor een nieuwe naam die de lading beter dekt. Dit is Museum Krona. En wij combineren kunst, een klooster en een kruidentuin.”