Verdachten ‘zwembadmoord’ willen nieuw verhoor kroongetuige
De kroongetuige in de zaak over de zogenoemde ‘Marumse zwembadmoord’, Willem P., wordt tijdens het hoger beroep mogelijk opnieuw gehoord. P. beweert dat de toenmalige vriendin van de in 2012 vermoorde Jan Elzinga, haar broer en haar moeder het brein zijn achter de moord. P. heeft toegegeven te hebben geknoeid met bewijsmateriaal. Het Openbaar Ministerie vervolgt hem voor meineed.
Elzinga (40) werd op de vroege ochtend van 10 juli 2012 bij een zwembad in het Groningse Marum doodgeschoten door Pascal E. Willem P. gaf instructies aan E. De mannen kregen celstraffen van respectievelijk vijftien en twintig jaar. P. sloot in de gevangenis een deal met het OM en werd zo kroongetuige.
P. vertelde in ruil voor een kortere straf aan het OM dat Elzinga’s partner Monique H. (43), haar broer Marcel H. (41) en haar moeder Jacoba van der L. (61) het brein waren. Ze wilden van Elzinga af omdat hij Monique H. mishandelde en vreemdging, aldus P.
Het drietal werd eind 2022 veroordeeld tot twintig jaar cel en is in hoger beroep gegaan. Woensdag konden ze tijdens een inleidende zitting bij het gerechtshof in Leeuwarden onderzoekswensen indienen. Ze willen onder andere dat P. opnieuw wordt gehoord. P. heeft telefoonberichten tussen hem en Marcel H. vervalst. De rechtbank in Groningen vond P. desondanks betrouwbaar genoeg. Het OM verzet zich niet tegen deze wens.
De advocaat van Marcel H. wil ook dat verbalisanten van de politie worden gehoord. Volgens hem wisten ze dat er was geknoeid met de berichten. De officieren van justitie die de zaak eerder behandelden, zouden onder ede gehoord moeten worden over de deal met P. en diens vervalsingen. Elzinga’s toenmalige vriendin Monique H. vermoedt een afrekening in de hennepwereld. Haar advocaat wil daarom dat een vriend van Elzinga wordt gehoord als getuige; de twee zouden handelspartners zijn geweest.
Johan L. (58) is de vierde verdachte. Hij kreeg zeven jaar cel. Hij was volgens het OM een tussenpersoon voor de familie en P. en zou het moordwapen hebben geregeld.
Het is nog onbekend wanneer de zaak inhoudelijk wordt behandeld.