Spanje begint met historische opgraving slachtoffers burgeroorlog
Forensische experts zijn in Spanje begonnen met de opgraving van 128 lichamen van slachtoffers van de Spaanse burgeroorlog (1936-1939). Die liggen begraven bij het voormalige mausoleum van dictator Francisco Franco. De autoriteiten willen de stoffelijke resten teruggeven aan nabestaanden voor een „waardige begrafenis”.
Het gaat om lichamen die uit andere delen van Spanje zijn gehaald na de burgeroorlog. Daarna zijn ze herbegraven in de voormalige Vallei van de Gevallenen ten noordwesten van Madrid. Dat gebeurde zonder toestemming van nabestaanden. Het is de eerste keer dat dergelijke lichamen weer worden opgegraven en teruggegeven.
In de vallei, die wordt gedomineerd door een kruis van 150 meter, liggen tienduizenden anonieme slachtoffers begraven van de burgeroorlog. De autoriteiten hebben de stoffelijke resten van Franco in 2019 al verplaatst naar een andere begraafplaats. De regering wil voorkomen dat zijn aanhangers de vallei gebruiken als een soort bedevaartsoord.
Premier Pedro Sánchez kwam na zijn aantreden in 2018 met wetgeving die het mogelijke maakt lichamen te identificeren van slachtoffers in massagraven. Dat ligt in Spanje erg gevoelig. Politieke tegenstanders vinden dat het verleden onnodig wordt opgerakeld. De conservatieven hebben aangekondigd de wetgeving terug te draaien als ze volgende maand de landelijke verkiezingen winnen.