Raad van State vindt D66-plan voor leerrecht nog te onduidelijk
Het plan van D66 om een leerplicht te vervangen door een leerrecht is nog te onduidelijk, vindt de Raad van State (RvS). Het kan van meerwaarde zijn, maar dan moet de partij het initiatiefwetsvoorstel hierover nog wel aanscherpen, zegt de belangrijke adviseur van het kabinet.
In Nederland zitten naar schatting van belangenvereniging Ouders & Onderwijs tussen de 15.000 en 20.000 kinderen thuis. Ze hebben veel ondersteuning nodig en geen enkele school kan of wil ze dit bieden. Ze zijn vaak langdurig ziek gemeld en het komt ook voor dat ze worden vrijgesteld van de leerplicht.
Paul van Meenen (D66) - kortgeleden opgestapt als Kamerlid om senator te worden - heeft daarom eind vorig jaar een wetsvoorstel voor een leerrecht ingediend. Het idee is dat een leerplichtambtenaar een leerambtenaar wordt en dat die erop toeziet dat alle kinderen les krijgen. Nu is het zo dat ouders een boete krijgen als ze hun kind niet naar school sturen. D66 vindt dat duidelijker in de wet moet staan dat naar school gaan een recht is dat kinderen en ouders kunnen opeisen als dit niet lukt.
Ook moet duidelijker worden opgeschreven dat scholen elk kind moeten toelaten dat zich aanmeldt, schrijft het plan voor. Als leerlingen om bijvoorbeeld psychische of sociale redenen maatwerk nodig hebben, dan moet de school dat bieden. Het idee is bovendien dat kinderen mee mogen praten over belangrijke beslissingen die raken aan hun leerrecht.
De RvS is het met Van Meenen eens dat „zoveel mogelijk kinderen een passend onderwijsaanbod moeten krijgen en dat er aandacht moet worden gevraagd voor de problematiek van ‘thuiszitters’.” Daar is volgens de adviseurs specifieke wetgeving voor nodig en dan kan het wettelijk verankeren van een leerrecht „meerwaarde” hebben. Maar om effectief te zijn moet wel duidelijker worden omschreven welke rechten kinderen precies krijgen.
De opstellers van het advies vinden de door D66 voorgestelde plicht om leerlingen maatwerk te bieden bijvoorbeeld nog te vaag omschreven. Het moet ook worden vastgelegd wat de grenzen hiervan zijn, adviseren ze. Zo moet ook op andere vlakken duidelijker worden waartoe scholen worden verplicht. Het risico op boetes van de leerambtenaar kan namelijk grote gevolgen hebben voor de rechtszekerheid van scholen en de vrijheid om hun onderwijs in te richten.