Als het buitenland trekt: vier emigranten over hun emigratieproces
Tienduizenden Nederlanders laten jaarlijks huis en haard achter en starten in het buitenland een nieuw leven. Maar één ding onderschatten veel vertrekkers nog altijd: heimwee. En het gemis van hagelslag.
Is verhuizen an sich al een stressvolle gebeurtenis in een mensenleven, emigranten staan nog meer uitdagingen te wachten. Een vreemde taal dan wel andere gewoonten, en vooral een leven ver van de oude, vertrouwde omgeving, familie en vrienden. Toch wagen steeds meer mensen de stap. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geven aan dat in 2017 ruim 150.000 Nederlanders emigreerden. De verwachting is dat dit aantal de komende paar decennia richting de 200.000 per jaar zal stijgen.
Emigratie-expert Paul Hiltemann adviseert sinds veertig jaar aspirant-emigranten bij de voorbereidingen op hun avontuur. „Toen ik met mijn praktijk begon, bestond een groot deel van mijn klanten uit boeren. Ze vertrokken vooral naar verre bestemmingen zoals Nieuw-Zeeland, Australië en Canada. Dat is sinds die tijd drastisch veranderd. Niet alleen omdat de immigratiecriteria in die landen verder zijn aangescherpt, maar vooral ook omdat de binnengrenzen in Europa verdwenen en mensen veel makkelijker op reis gaan. Welke jongere loopt tegenwoordig geen stage in het buitenland? Emigreren is door deze ontwikkelingen vloeibaarder dan het ooit is geweest.”
Europa
Het afscheid van het vaderland was tot een jaar of zeventig geleden nog definitief, met hooguit sporadisch telefonisch en briefcontact. De 21e-eeuwse emigrant blijft via beeldbellen en sociale media nauw betrokken bij het dagelijks leven van familie en vrienden in Nederland. Ook blijft het fysieke contact na emigratie meestal bestaan. Familie en vrienden van de emigrant gaan makkelijker dan ooit langs bij hun vertrokken naasten en andersom komen de meeste emigranten geregeld ‘even over’ naar Nederland voor een familiebezoek – of voor het inslaan van hagelslag en pindakaas.
Bovendien is contact gemakkelijker omdat steeds meer emigranten in Europa blijven. België voert de lijst aan, gevolgd door Duitsland, Spanje en Groot-Brittannië. Op nummer 6 staat Frankrijk en op 9 en 10 respectievelijk Zweden en Portugal. „Je kunt wel zeggen dat Europa eindelijk door emigranten is ontdekt”, zegt Hiltemann, „en logisch, want er zijn hier geen obstakels in de vorm van lastige emigratieprocedures. Je kunt in feite je boeltje bij elkaar pakken en gaan. De enige vereiste waar je rekening mee moet houden, is dat je een inkomen moet genereren in het land waar je naartoe gaat.”
Ruimte
Waarom willen emigranten zo graag weg? De redenen verschillen nogal, zo blijkt uit een enquête die de Emigratiebeurs in 2020 hield. Overbevolking in Nederland is een belangrijke reden, net als genieten van het pensioen, de slechte mentaliteit in Nederland of een baan in het buitenland. Ook Hiltemann ziet in zijn praktijk dat ”ruimte” de belangrijkste beweegreden is dat mensen weg willen. „Naast fysieke ruimte is dat ook meer ruimte in ondernemerszin. In veel landen begin je eenvoudiger een eigen zaak dan in Nederland.”
De ideale leeftijd om te emigreren ligt volgens de emigratie-expert tussen de 25 en 35 jaar. „Mensen in die leeftijdscategorie hebben dan meestal een afgeronde opleiding en een paar jaar werkervaring. Ook zijn ze nog niet vastgeroest in patronen en flexibel genoeg om te schakelen naar een nieuw leven.” CBS-cijfers geven inderdaad aan dat de grootste groep emigranten (bijna 44 procent) tussen de 25 en 40 jaar is.
Pensioen
Ook in het lijstje cijfers: de 65-plussers, oftewel de pensioenmigranten. Na een heel leven in Nederland besluiten elk jaar duizenden gepensioneerden alsnog hun leven om te gooien. En dat aantal zal volgens wetenschappers van het Nederlandse demografische instituut NIDI de komende jaren alleen maar stijgen. Het NIDI deed vorig jaar voor het eerst onderzoek naar deze groep. Onderzoekster Juul Spaan: „Door maatschappelijke ontwikkelingen zijn ouderen een actief deel van de bevolking geworden. Het goedkope reizen en de mogelijkheden tot digitaal contact doen de rest. Waarom zou je niet gaan, als je geliefden onder handbereik blijven?”
Gepensioneerden vertrekken, net als jongere emigranten, vooral om meer ruimte en natuur om zich heen te hebben, constateerden de onderzoekers. De zon, warmer weer en ”de mensen” worden daarnaast bijna net zo vaak genoemd. Maar, en dat was verrassend, ouderen bleken meer drijfveren te hebben om Nederland te verlaten. Spaan: „De helft van de respondenten gaf aan een nieuw leven te willen beginnen. Misschien willen ze dan gewoon iets totaal anders, of een schone lei. Ook valt op dat een op de vijf respondenten zei weinig goede banden te hebben in Nederland. Zij hebben blijkbaar geen sterk sociaal netwerk dat hen bindt aan ons land.”
Het aantal potentiële pensioenmigranten neemt toe, maar Spaan kan geen voorspellingen doen of dat zich dat zal vertalen in een grote stijging van het aantal gepensioneerden dat hun biezen pakt. Emigratieadviseur Hiltemann wijst erop dat pensioenmigranten niet langer zomaar overal naartoe kunnen. „Verwegbestemmingen kwam je vroeger als oudere soms al binnen als je er een paar keer was geweest. Nu is dat vrijwel onmogelijk. Alleen als er al meerderjarige kinderen van je wonen, maak je een kans. Maar ook op ons continent kun je je droom natuurlijk prima waarmaken. En het voordeel: Nederland is nooit ver weg.”