Burgers onbekend met biotechnologie
Nederlanders verwachten dat de overheid de ontwikkelingen in de biotechnologie in de hand houdt. Tegelijkertijd weten veel mensen niet precies wat biotechnologie inhoudt, waar die wordt gebruikt en hoe zij daarop invloed kunnen uitoefenen.
Dat blijkt uit de kabinetsreactie op de ”Trendanalyse biotechnologie 2004” die staatssecretaris van Geel van Milieu maandag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Burgers hebben grote verwachtingen van biotechnologische ontwikkelingen, schrijft Van Geel. Dat geldt met name voor medische toepassingen. De mogelijkheid tot behandeling van ernstige aandoeningen rechtvaardigt voor veel mensen eventuele nadelen, zoals het gebruik van proefdieren of ethische bezwaren. De meeste mensen zeggen behoefte te hebben aan informatie over de mogelijkheden. Ze willen verder zelf bepalen of ze op de hoogte worden gesteld van hun genetische aanleg voor erfelijke ziekten.
Vrijwel iedereen vindt dat niet alles zomaar mag, zeker als het gaat om levensverlengende behandelingen van ouderen. Waar de grens volgens de burgers precies moet liggen, is niet duidelijk, aldus Van Geel.
Genetische modificatie van planten voor voedselproductie wordt niet gewaardeerd door burgers. Velen van hen zien genetisch veranderde gewassen als onnatuurlijk en ze verwachten dat alleen de producenten van levensmiddelen er beter van zullen worden. Burgers hebben er weinig vertrouwen in dat de overheid de ontwikkelingen op dit gebied goed in de gaten houdt. Daardoor staan de meeste mensen negatief tegenover toepassingen van biotechnologie bij planten. Als genetische gemodificeerde producten echter stukken goedkoper zijn dan normale levensmiddelen, zullen velen ze waarschijnlijk wel kopen.
Naarmate biotechnologie breder wordt geaccepteerd, zullen tegenstanders mogelijk overgaan tot hardere acties, zoals het vernielen van proeftuinen. Het kabinet kan volgens Van Geel soms begrip opbrengen voor tegenstanders, maar als er schade wordt aangericht, zal het bevoegd gezag tegen hen optreden.