Binnenland

„Haal iemand uit zijn geestelijk isolement”

Mensen die zichzelf het leven probeerden te benemen, zijn doorgaans opgelucht dat anderen hen daarvoor hebben behoed. Dat zegt prof. dr. Ad Kerkhof, hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Vanwege zijn jarenlange inzet voor suïcidepreventie krijgt hij woensdag de Ivonne van de Ven Stichting Prijs.

J. Visscher
25 January 2005 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 02:09
<center> KERKHOF <br> <regel> …mensen om je heen… <center>
<center> KERKHOF <br> <regel> …mensen om je heen… <center>

Suïcideplegers handelen vaak impulsief, legt Kerkhof op zijn werkkamer in een Amsterdams VU-gebouw uit. „Mensen verkeren in uiterste wanhoop en lijden aan langdurige ontreddering. Er is regelmatig sprake van diepe depressie, angst, een zwart toekomstbeeld.”

In Nederland overlijden jaarlijks ongeveer 1500 mensen als gevolg van zelfmoord. Daarnaast doen ieder jaar 30.000 mensen een poging. Ongeveer de helft van de suïcideplegers heeft geen contacten gehad met de geestelijke gezondheidszorg.

De Amsterdamse psychiater Bram Bakker vindt dat de geestelijke hulpverlening zich fanatieker teweer moet stellen tegen suïcide. Bent u het met hem eens?

„Ja. De scholing van psychologen en psychiaters kan beter. Men zou meer doordrongen moeten zijn van de nieuwste inzichten rond langdurige kwetsbaarheid. Onderzoek toont aan dat een kleine categorie mensen altijd moeite zal hebben met teleurstellingen. Ze lijden aan dichotoom denken, zien alles zwart-wit. Er is geen kleur. Dat kan leiden tot suïcidegedachten. Die eigenschap raken mensen niet meer kwijt. Het is net als met een koortslip. Daar hebben sommige mensen van tijd tot tijd last van. In geval van weerkerende depressie is het belangrijk om er tijdig op in te springen. Vraag familie daarom op patiënten te letten. De aanwezigheid van anderen om iemand heen is de beste preventie.”

Juist ook nadat iemand ontslagen wordt uit psychiatrische hulpverlening kunnen suïcidegedachten weer naar boven komen. Daarom is langdurige nazorg van essentieel belang, betoogt Kerkhof. „Een psychiater uit San Francisco stuurde patiënten die uit de kliniek ontslagen waren het eerste jaar vier persoonlijke briefjes. Zo van: Hoe gaat het ermee? Dat was een extra service boven de reguliere nazorg. Het tweede jaar stuurde hij nog weer een paar briefjes en het jaar daarna nog een. Het bleek dat de mensen die af een toe een briefje kregen veel minder vaak een suïcidepoging deden dan de groep die alleen reguliere nazorg kreeg.”

Tot verdriet van professor Kerkhof kent Nederland nog steeds geen nationaal, systematisch suïcidepreventieplan. Hij is er vast van overtuigd dat zo’n nationaal plan het aantal suïcides fors omlaag kan brengen. „De Amerikaanse luchtmacht, waar 6 miljoen mensen werken, kende van 1996 tot 2002 een stringent antisuïcideplan. Van hoog tot laag was er aandacht voor persoonlijke problemen. Zodra er signalen waren dat het niet goed met iemand ging, werd een dominee, pastoor of hulpverlener ingeschakeld. Door dat plan is het aantal suïcides met 33 procent gedaald.”

Kerkhof ergert zich aan de opvatting dat iemand vanuit het zelfbeschikkingsrecht zelf bepaalt of hij een eind aan zijn leven maakt. „Juist deze mensen kunnen zelf geen verantwoorde keus maken. Zij hebben geen zelfbeschikkingsvermógen. Mensen die diep in de put zitten, willen vaak niet naar een psychiater. Daarom moeten we hen desnoods met enige dwang de taxi inwerken.”

In een nationaal suïcidepreventieplan kunnen tal van praktische maatregelen een „barrière opwerpen tussen de gedachte en de daad”, benadrukt Kerkhof. Zo zouden er bijvoorbeeld bij psychiatrische inrichtingen hekken rond spoorwegen moeten komen. Belangrijk is ook een alcoholontmoedigingsbeleid. Ook moeten wapens en giftige stoffen en gevaarlijke medicijnen niet zomaar voor het grijpen liggen. „In Engeland waren voorheen bepaalde pijnstillers in grote hoeveelheden beschikbaar. Toen is besloten dat die medicamenten alleen nog in kleine verpakking verkrijgbaar waren. Dat had een aanzienlijke daling van het aantal pogingen tot suïcide tot gevolg.”

Er is zeker een verband tussen religie en zelfmoord, betoogt Kerkhof. „Uit onderzoek van de afgelopen eeuw komen telkens bepaalde tendensen naar voren. In rooms-katholieke regio’s in Nederland komt verhoudingsgewijs minder suïcide voor. In vrijzinnig protestantse kring juist weer meer. En in rechtzinnig protestantse kring zijn weer minder suïcides. Oorzaak daarvan kan zijn dat orthodoxen rust vinden bij axioma’s, vaste waarheden. Geloof is dan een beschermende factor.

Weer méér suïcides doen zich voor in hyperorthodoxe kringen. Mensen die niet aan de normen voldoen, kunnen in een geestelijke isolement terechtkomen. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als iemands homoseksuele geaardheid wordt gezien als een duivelse geaardheid. Dan kan iemand zich uitgestoten voelen.”

Mensen die vermoeden dat iemand uit hun omgeving suïcideneigingen heeft, moeten zonder meer het gesprek aangaan, beklemtoont Kerkhof. „Er kunnen bepaalde signalen zijn die erop duiden dat iemand het niet meer ziet zitten. Te denken valt aan opmerkingen als: „Volgend jaar zien jullie me niet meer”, of: „Niemand zal me missen.” Ga het gesprek met mensen in problemen aan. Vraag concreet of iemand plannen heeft om een eind aan zijn leven te maken. Het is een misvatting dat je daarmee iemand op gedachten brengt. Haal iemand uit zijn geestelijk isolement.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer