PolitiekEerste Kamer

Hoe de oppositie restzetels Eerste Kamer misliep

Van de nieuwe Eerste Kamerleden die dinsdag worden beëdigd zijn er 51 van de oppositie. Dat hadden er meer kunnen zijn. Waarom gebeurde dat niet?

9 June 2023 18:19Gewijzigd op 10 June 2023 11:36
beeld ANP, Sem van der Wal
beeld ANP, Sem van der Wal

De Eerste Kamerverkiezingen zijn de enige verkiezingen waarbij achter de schermen kan worden gedeald om restzetels zo gunstig mogelijk te verdelen. Leden van Provinciale Staten, die de Senaat kiezen, kunnen hun punten (stemwaarde) strategisch aan een andere partij geven. Zo kan een Statenlid een verwante partij aan een extra zetel helpen, zonder dat dit ten koste gaat van het zetelaantal van zijn of haar eigen politieke groepering.

Dat de coalitiepartijen gezamenlijk 24 zetels wisten te halen, was niet vanzelfsprekend. Enerzijds is het dan ook een prestatie te noemen, anderzijds een kadootje van de oppositie. Met minder dan 24 zetels zou de coalitie niet samen met GroenLinks een PvdA een meerderheid kunnen vormen.

Zowel aan de rechter- als aan de linkerkant van het politieke spectrum liepen oppositiepartijen vorige week dinsdag restzetels mis. Partijen op de rechterflank hadden twee zetels meer kunnen halen. Daarmee zou zijn voorkomen dat de coalitie niet alleen via BBB, maar ook via het linkse blok een meerderheid heeft.

Niet strategisch

De PVV en BBB waren de partijen die in de uiteindelijke uitslag het dichtst bij een restzetel zaten, maar misgrepen. Ook JA21 had met behulp van een rechtse partij aan een extra zetel kunnen worden geholpen. Uit de verkiezingsuitslag blijkt dat de rechtse oppositiepartijen in het geheel niet strategisch hebben gestemd om het totale aantal zetels te vergroten. Waarom niet?

FVD, dat op eigen kracht 2,04 Eerste Kamerzetel haalde, hád de PVV kunnen helpen zonder de eigen tweede zetel op het spel te zetten, maar deed dat niet. Thierry Baudet (FVD) heeft contact gehad met PVV-leider Geert Wilders, zegt een woordvoerder van Forum. De partij liet echter al voor de verkiezingen weten dat alle Statenleden op de eigen partij zouden stemmen. FVD wilde geen risico’s nemen, verklaart de zegsman. Daarnaast wil de partij „niet meedoen aan die spelletjes. Dat doet niet echt recht aan de verkiezingsuitslag.” Met de kennis van nu had FVD dan ook hetzelfde gestemd.

JA21 eindigde op drie zetels, maar het aantal Statenleden was goed voor bijna 3,5 zetel. Met het grote overschot aan stemwaarde had de partij zowel BBB als PVV aan een extra zetel kunnen helpen. JA21 is niet benaderd door andere partijen om een handje te helpen, zegt een woordvoerder van de partij desgevraagd.

Zelf heeft JA21 wél gesprekken gevoerd om te kijken of er nog een restzetel te behalen viel. Maar een extra zetel voor de eigen partij bleek „te moeilijk”. “Toen wij ons realiseerden dat een vierde zetel er niet in zat, hebben wij onze Statenleden gevraagd op JA21 te stemmen.” De partij wilde „gewoon voor safe gaan.”

Overleg

BBB, de grootste partij in de nieuwe Senaat, had met wat hulp zeventien zetels kunnen halen. Ook had de partij er in plaats daarvan voor kunnen kiezen om JA21 te helpen. Daar is „wel even over nagedacht”, zegt Henk Vermeer, die een spilfunctie heeft binnen BBB. De partij sprak ook met 50PLUS en OPNL (Onafhankelijke Politiek Nederland), onder meer over de vraag of voorkomen kon worden dat er stemmen verloren gingen. „Maar dan kom je altijd op het punt dat iemand op een andere partij moet gaan stemmen. In overleg met het bestuur hebben we gezegd: Dat gaan we gewoon niet doen.”

Progressieve oppositiepartijen liepen evenmin erg warm voor strategisch stemmen. Afstemming was er tussen GroenLinks en PvdA, en daarnaast stemde GroenLinks-Statenlid Debora Fernald op Volt. Verder stemde ieder Statenlid op deze flank echter op zijn of haar eigen partij.

Volt-partijvoorzitter Rob Keijsers wist van tevoren niet van de actie van Fernald, zegt hij. Zonder deze stem zou Volt op één Eerste Kamerzetel zijn uitgekomen. Vooraf zei Keijsers tegen het Reformatorisch Dagblad dat hij „er nog steeds goede hoop op” had dat het zou lukken om een tweede zetel te halen. Volt was met een aantal partijen in gesprek, waaronder de Partij voor de Dieren (PvdD). Ook die partij was in de race voor een restzetel. PvdD-Senator Niko Koffeman zei dat hij de kans groot achtte dat het zijn partij zou lukken een vierde zetel te bemachtigen. Dat gebeurde echter niet. Zonder de stem van Fernald zouden zowel de PvdD als Volt dus geen extra zetel hebben gehaald. Als de partijen onderling het stemgedrag hadden afgestemd, waren ze echter zeker geweest van één restzetel.

De optie waarbij Volt de PvdD zou helpen of andersom is wel besproken, zegt Keijsers. Volt zat op een gegeven moment echter zelf dicht bij een restzetel, doordat een aantal punten van een regionale partij naar Volt zouden gaan. „En de PvdD zat ongeveer in hetzelfde schuitje”, zegt Keijsers. „Als je de kans krijgt om een volgende zetel te halen, ben je natuurlijk wel gek als je daar niet voor gaat.” Probleem, maar door de stem van Fernald toch geen probleem: de steun vanuit de regionale partij kwam er niet.

PvdD’er Koffeman zegt dat individuele Statenleden hebben toegezegd bij de Eerste Kamerverkiezingen op zijn partij te stemmen. Maar ook dat gebeurde niet. „Ze werden teruggefloten door hun landelijke partij, en dat is jammer.”

Zo kon het gebeuren dat de coalitiepartijen er met de buit –de laatste restzetels– vandoor gingen. Keijsers vindt het „oprecht heel knap” wat de coalitie heeft gedaan. „Ze staan er niet om bekend dat de band zo goed is.” Om er zeker van te zijn dat iedereen zich aan de afspraken houdt, „moet je elkaar dus heel diep in de ogen kijken”, zegt hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer