Binnenland

Tien jaar geëist in Bossche moordzaak

Het openbaar ministerie in Den Bosch heeft maandag tien jaar cel geëist tegen de 33-jarige Bosschenaar D. C., die verdacht wordt van doodslag op zijn plaatsgenoot L. M. (31).

25 January 2005 09:47Gewijzigd op 14 November 2020 02:09

M. werd op 9 mei 2004 neergeschoten in café ’t Huukske in de Graafsewijk. C. heeft bekend de dodelijke schoten te hebben gelost, maar zegt dat hij handelde uit noodweer.

De verdachte en het slachtoffer leefden al jaren op voet van oorlog met elkaar, stelde officier Lukowski in de rechtszaal vast. De vete vond zijn oorsprong in de dood van de Bosschenaar Hans Verspeek in 1999 in hetzelfde café. Zowel M. als C. werd daarvoor veroordeeld, maar C. werd in hoger beroep vrijgesproken, ondanks een belastende verklaring van M. tegen hem.

C. nam het ’verraad’ van M. hoog op, aldus de officier. In 2002 trachtte hij hem al eens van het leven te beroven. De celstraf die hij daarvoor kreeg, heeft hij nog niet uitgezeten. Tijdens een van de eerste proefverloven in mei schoot hij M. opnieuw neer, ditmaal met dodelijke afloop.

Lukowski acht moord niet bewezen, omdat C. volgens hem niet naar het café ging met de bedoeling M. van het leven te beroven. Toen hij op 9 mei onverwacht opdook, schrok C. volgens getuigen. In de schrikreactie trok hij zijn pistool en vuurde de dodelijke schoten af.

Dat M. plaatsgenoot C. eerst aanviel, zoals de laatste beweert, vindt de officier onaannemelijk. Geen enkele getuige bevestigt dat verhaal. Lukowski wees beroep op noodweer dan ook op voorhand af.

Volgens raadsman B. Moszkowicz was er wel degelijk sprake van noodweer. Zijn cliënt zou samen met zijn vriendin hebben willen vluchten, nadat hij had gehoord dat M. in het café aanwezig was. M. zou samen met een kameraad de uitgang hebben versperd. „Het was duidelijk dat mijn cliënt er niet met een paar klappen vanaf zou komen, gezien de reputatie van M. en de voorgeschiedenis”, stelde de raadsman. „Daarom greep hij naar zijn wapen, en een dreiging volstond helaas niet.”

C. verklaarde veel spijt te hebben. „Maar ik heb de dood in de ogen gekeken.” Zowel hij als zijn vriendin waren meerdere malen bedreigd door M.

De rechtbank doet uitspraak op 7 februari.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer