Boete van 250 euro voor illegale archeologische opgraving
Een Nijmegenaar heeft van het Openbaar Ministerie een boete van 250 euro gekregen, omdat hij in 2018 illegaal een bijzonder graf uit de IJzertijd heeft blootgelegd in het Gelderse Overasselt. Het doen van archeologische opgravingen zonder geldig certificaat is een misdrijf dat maximaal twee jaar gevangenisstraf, een taakstraf of een boete van 22.500 euro kan opleveren, maar omdat er inmiddels vijf jaar zijn verstreken is de straf van het OM mild, aldus de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed.
De Nijmegenaar was met een metaaldetector op zoek naar resten uit de Tweede Wereldoorlog. Hij groef een kuil van ongeveer 60 centimeter diep en haalde daar een kluwen metaal uit. Hij had geen idee wat het was en bracht zijn vondst naar een amateurarcheoloog in de buurt. Die zag meteen dat het iets bijzonders was en informeerde overheidsdiensten. Een dag later stonden ambtenaren op zijn stoep om de vondst in beslag te nemen.
Het bleek te gaan om metalen onderdelen van een houten strijdwagen uit de IJzertijd. De metalen delen waren na verbranding van het lichaam van vermoedelijk een hooggeplaatste Kelt in elkaar gedrukt en in een urn begraven. Het is volgens de inspectie het vierde wagengraf uit de IJzertijd dat ooit in Nederland is gevonden. Helaas is door de ondeskundige opgraving veel belangrijke informatie verloren gegaan, aldus de inspectie. „Dat kan niet meer worden hersteld.”
Meteen nadat de vondst in beslag was genomen is een strafrechtelijk onderzoek gestart. Zoeken met een metaaldetector mag in grote delen van Nederland wel, maar dan mag er niet dieper dan 30 centimeter worden gegraven. Archeologische verstoringen zijn helemaal verboden. Bewijzen van het misdrijf in Overasselt was echter moeilijk, zegt de inspectie, omdat er geen getuigen van de opgraving waren. De bijzondere vondst is in 2020 al gepresenteerd in Museum Het Valkhof in Nijmegen.