Tweede Kamer wil niet dat Hongarije voorzitter van EU wordt
De Tweede Kamer wil niet dat Hongarije volgend jaar roulerend voorzitter van de Europese Unie wordt. Ook het Europees Parlement voelt hier niks voor. Het land van premier Viktor Orbán neemt de invloedrijke voorzittershamer van de EU op 1 juli volgend jaar voor een half jaar over.
Het is onwenselijk dat een land dat de Europese waarden niet respecteert en waar een artikel 7 procedure tegen loopt, het voorzitterschap op zich neemt, stellen D66, PvdA, GroenLinks, VVD en Volt in Kamervragen aan minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken). Deze partijen hebben samen een meerderheid.
Volgens Kati Piri (PvdA) moet Hongarije het voorzitterschap worden ontnomen, onder meer omdat de regering-Orban pro-Russisch is en EU-gelden bevroren zijn vanwege corruptie. Orbán maakt van Hongarije „een corrupte kleptocratie”, vindt Jeroen van Wijngaarden (VVD). „De eer de EU voor te zitten komt zo’n land niet toe.”
„Orbán vernietigt momenteel de democratie in zijn land. Hij laat zien weinig op te hebben met Europese grondbeginselen. Precies daarom loopt er een onafhankelijke procedure om hun stemrecht in de EU in te perken. Het is ondenkbaar dat zij als voorzitter regie krijgen over die procedure”, zegt Sjoerd Sjoerdsma (D66).
Minister Hoekstra zei deze week zich ongemakkelijk te voelen bij een voorzitterschap van Hongarije. Maar hij ziet voorlopig niets in het uitstellen van de voorzittersbeurt van Hongarije.
Een voorzitter van de EU heeft veel invloed. Een voorzitter kiest thema’s waar die zich tijdens het voorzitterschap op wil richten, leidt vergaderingen van de lidstaten en krijgt het voortouw in onderhandelingen over wetgeving met het Europees Parlement.