Amerikaanse sancties tegen bedrijven gelinkt aan conflict Soedan
De Verenigde Staten hebben donderdag sancties opgelegd aan vier bedrijven die winst maken en bijdragen aan het conflict in Soedan. Zij worden gelinkt aan de Soedanese krijgsmacht en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF), die sinds halverwege april verwikkeld zijn in een gewelddadige machtsstrijd.
De Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen zegt dat met de sancties „belangrijke geldstromen worden afgesneden”. Ook hebben de VS reisbeperkingen opgelegd aan functionarissen van de twee partijen en leiders van het voormalige regime van Omar al-Bashir. Zij zouden medeplichtig zijn aan „het ondermijnen van de democratische overgang van Soedan”. Er zijn geen namen bekendgemaakt.
Buitenlandminister Antony Blinken zei eerder donderdag dat de VS maatregelen overwegen tegen de leiders van het leger en de RSF. De Amerikanen willen daarmee hun standpunt duidelijk maken over „leiders die Soedan in de verkeerde richting sturen, onder meer door het geweld voort te zetten en wapenstilstanden te schenden waar zij zelf akkoord mee zijn gegaan”.
Het geweld heeft volgens de Soedanese autoriteiten al minstens 730 mensen het leven gekost, maar het dodental ligt in werkelijkheid vermoedelijk hoger. Volgens niet officiële cijfers zijn in de afgelopen anderhalve maand tot wel 1800 doden gevallen. Door de gevechten zijn binnen Soedan ook 1,2 miljoen mensen ontheemd geraakt, meer dan 425.000 anderen hebben het land verlaten.
Het conflict in Soedan brak uit vanwege onenigheid tussen de leiders van de strijdende partijen, Abdel Fattah al-Burhan en Mohamed Hamdan Dagalo. De twee werkten in 2021 samen om een militaire staatsgreep te plegen. Het land had voor de coup een tijdelijke overgangsregering, die was ingesteld na de val van Al-Bashir. Deze dictator kwam zelf in 1989 met een staatsgreep aan de macht.