De nieuwe Eerste Kamer is afgelopen dinsdag verkozen door twaalf Provinciale Staten en vier kiescolleges. De Kiesraad heeft donderdag de uitslag officieel vastgesteld. Die komt precies overeen met de berekeningen van de Verkiezingsdienst van het ANP van dinsdag. Daarmee is ook duidelijk wie de nieuwe leden van de Eerste Kamer zijn.

Van de 75 senatoren komen er twintig uit Noord-Holland, veertien uit Zuid-Holland en tien uit de provincie Utrecht. Bij elkaar zijn dat 44 vertegenwoordigers. Vier jaar geleden kwamen 43 leden van de Senaat uit die drie provincies, en acht jaar geleden 44.

Groningen, Friesland en Overijssel hebben samen tien leden in de Eerste Kamer. Ook dat is vrijwel gelijk aan 2015 en 2019. Gelderland heeft nu zes senatoren, tegen vijf in 2019 en negen in 2015. Negen Eerste Kamerleden komen uit Noord-Brabant. Acht jaar geleden waren dat er zeven, vier jaar geleden acht. Het aantal verkozen Limburgse senatoren daalde van zes naar drie.

Na de Eerste Kamerverkiezingen van 2015 had elke provincie minstens een senator. Vier jaar geleden was Zeeland niet vertegenwoordigd, en nu ontbreekt ook Drenthe in de Eerste Kamer.

In de nieuwe Eerste Kamer is de BBB de grootste fractie, met zestien zetels. In die partij ligt het zwaartepunt wel buiten de Randstad. Zes van de zestien senatoren komen uit Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, de overige tien komen uit de rest van het land.