Uit onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) bleek eerder dit jaar dat zo’n 2,6 miljoen Nederlanders hun bankzaken eigenlijk niet helemaal zelfstandig kunnen regelen. Dit terwijl bankieren tegenwoordig steeds meer digitaal gaat. De toezichthouder riep de banken toen ook op meer in te zetten op persoonlijk contact.

„Wij zijn geschrokken van de omvang”, zegt Medy van der Laan, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), op een bijeenkomst in de Centrale Bibliotheek in Rotterdam. Volgens haar hebben de banken daarom in een gezamenlijke verklaring meer hulp beloofd.

De toezegging valt samen met het verdwijnen van de acceptgiro. Die is sinds donderdag niet meer in gebruik, na 46 jaar dienst te hebben gedaan. Consumenten worden nu echter niet gedwongen om online of mobiel te bankieren. Wie dat wil kan namelijk een papieren overschrijvingskaart bestellen bij zijn bank.

Van der Laan durft niet te zeggen hoe lang zulke papieren alternatieven precies nodig zullen blijven. „Waarschijnlijk nog een hele tijd. Het gaat niet alleen om ouderen.” Ze legt uit dat de inspanningen bijvoorbeeld ook bedoeld zijn voor mensen met dyslexie of migranten die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn.

De drie grootste banken zijn ook een proef gestart met bankinformatiepunten. In tien gemeenten kunnen mensen in bijvoorbeeld bibliotheken, buurthuizen, serviceflats en een Geldmaat-winkel terecht voor algemene voorlichting en hulp bij hun bankzaken.

In de Rotterdamse bibliotheek is al een aantal maanden zo’n punt. Daar zit wekelijks een dagdeel iemand van de banken. Er komen per keer gemiddeld zes mensen op af met vragen. In september zullen de banken de proef evalueren. Later dit jaar willen ze ook nog met een speciale routekaart komen, waardoor klanten en hulpverleners makkelijker de weg naar de juiste hulp moeten kunnen vinden.

Vanuit maatschappelijke organisaties, waarmee de banken samenwerken, wordt positief op de initiatieven gereageerd. Inge van Dijk, divisiedirecteur betalingsverkeer & marktinfrastructuur bij DNB, is eveneens „content met hoe de handschoen is opgepakt”. De toezichthouder zal in de toekomst onderzoek blijven doen.