Inflatie in Nederland in mei toegenomen tot 6,1 procent
Het tempo waarmee de prijzen in Nederland stijgen is in mei verder toegenomen ten opzichte van een maand eerder.
Dat kwam vooral doordat de energieprijzen vorige maand minder sterk daalden dan in april. De prijzen van voedingsmiddelen, dranken en tabak gingen ook opnieuw omhoog, maar wel wat minder sterk dan in april. Verder namen de prijzen van industriële goederen toe.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde donderdag in een snelle eerste raming dat de inflatie vorige maand is uitgekomen op 6,1 procent. In april nam de inflatie al onverwachts toe tot 5,2 procent op jaarbasis, van 4,4 procent in maart. Dat kwam vooral door een minder sterke daling van de energieprijzen, maar ook duurder voedsel speelde een rol. Bij de piek in september vorig jaar was nog sprake van een inflatie van 14,5 procent.
De gemiddelde prijstoename van producten in de supermarkten bedroeg vorige maand 12,8 procent, tegen 13,2 procent in april. De prijzen van industriële goederen gingen met 8,9 procent omhoog, tegen 8,3 procent een maand eerder. Energie, inclusief motorbrandstoffen, werd daarentegen 18,5 procent goedkoper na een prijsdaling van ruim 22 procent in april. Diensten werden 6,1 procent duurder, na een prijsstijging van 6 procent een maand eerder.
Om een goede vergelijking te maken met andere Europese landen geeft het CBS ook inflatiecijfers volgens de Europese methode, waarin onder meer geen rekening wordt gehouden met de woninghuren. De geldontwaarding kwam dan uit op 6,8 procent, tegen 5,8 procent in april.
Later deze donderdag kwam het Europese statistiekbureau Eurostat met de inflatiecijfers over de hele eurozone. In april bedroeg de inflatie in het eurogebied 7,0 procent op jaarbasis. Eerder deze week bleek al dat de inflatie in Duitsland, Frankrijk en Spanje wel is afgekoeld in mei.
De prijzen in Duitsland stegen met 6,3 procent op jaarbasis volgens de Europese rekenmethode. In april bedroeg de inflatie nog 7,6 procent. De afname was sterker dan economen in doorsnee hadden voorzien.
In Frankrijk stegen de kosten van het levensonderhoud ook minder sterk dan verwacht, met 6 procent. Dat was een maand eerder nog 6,9 procent. In de op een na grootste economie van de eurozone werden energie en voedsel minder snel duurder dan in april, maar voedsel was nog altijd meer dan 14 procent duurder dan in mei vorig jaar.
In Spanje koelde de inflatie af tot 2,9 procent, van 3,8 procent in april. In Italië werd het leven 8,1 procent duurder.